Schrijf je verhalen?

Schrijf je verhalen?

Ben je bezig aan een roman? Kwamen de zinnen je eerst aanwaaien, maar vloeit er nu om onverklaarbare redenen geen woord meer uit je pen? Of had je eerst juist grote moeite om op gang te komen, maar dienen de zinnen zich nu in zo’n tempo aan dat je het niet meer kan bijhouden?
Heb je jouw manuscript al drie keer overgelezen en ben je nog steeds ontevreden zonder dat je kunt zeggen waarom? Terwijl je aan de weinige mensen die bereid waren je verhaal of roman te lezen ook al niets hebt omdat ze allemaal iets anders zeggen? Denk je dat wat je hebt geschreven de toets der kritiek wel kan doorstaan, maar heb je geen idee hoe je het onder de lezers zou kunnen brengen? Hebben een of meer van deze of nog heel andere problemen je zo wanhopig gemaakt dat je je manuscript wel eens met je tanden hebt willen verscheuren?

Als de nood het hoogst is, is de redding vaak nabij!

De cursus bedoeld voor: Schrijvers van fictie en non-fictie, beginnend en gevorderd
en gegeven door: Ewout Storm van Leeuwen en Gerbrand Muller,
kan uitkomst bieden!
De cursus wordt vanaf maandag 24 maart 2014 vijf keer om de drie weken gegeven van 13.00 tot 17.00 uur, dus op: Maandag 24 maart, Maandag 14 april, Maandag 5 mei, Maandag 26 mei. Maandag 16 juni
(Data kunnen in overleg nog worden gewijzigd)
Plaats: (Gewijzigd!) Casa Poética Ruigoord.
Bijdrage: Vrijwillig op basis van waardebepaling achteraf.

Aanmelden en meer info bij: redactieonderstroomboven@gmail.com

Ewout Storm van Leeuwen en Gerbrand Muller zijn ervaren schrijvers en publiceerden onder meer:

Ewout Storm van Leeuwen: Het versluierde land (spirituele fantasy, 8 delen) Elfenwoud (spirituele fantasy, 5 delen)Tussen Para en Paramaribo (oral history uit Suriname) Ongewensten (roman over zwerfkinderen in een grote stad)

Gerbrand Muller: Evenwichtlopen (novelle) Wagens beladen met hooi (novelle)
De verleidelijke pen (verhalen) De uitverkoren wereld (kleine roman)

Twijfel je? Misschien kan bijgaande tekst je over de streep trekken:
Schrijven, hoe gaat dat?
Gerbrand Muller

Er vallen je flarden in van een verhaal, een novelle, een roman… Wat te doen?

1. Ga niet aan een tafel met een blanco papier voor je op de eerste zin zitten wachten. De woorden zullen, mochten ze je invallen, erop lijken als modder op ongerepte sneeuw.

2. Schrijf de eerste woorden (de eerste of de laatste zin, of een zin midden in het verhaal, het stopwoord van een personage, de aanduiding van de lichtval in een trappenhuis) op een papiertje dat nog in je zak zit, een kassabon, een entreekaartje, een parkeerbriefje, de afrekening van een pinautomaat).

3. Ga een eind wandelen en ondervraag jezelf. Krijg je niet direct antwoord, wees dan niet teleurgesteld en dring niet aan.
Wat is er aan de hand met de ruime uitgewoonde etagewoning die je steeds weer voor je ziet? Er woont een man. Wat voor een man? Een oude man. Nog kras. Arm. Ja… en verder? Het is er koud. Waar is het koud? In dat huis. Koud, waardoor? Er kan niet gestookt worden… Waarom kan er niet gestookt worden? O ja, de man is arm, zei je. Jawel, maar dat is niet het belangrijkste. Er brandt trouwens toch wel een potkacheltje, een paar uur per dag en alleen in een van de kleinere kamers. De meeste, veel grotere kamers zouden met zo’n kleine kachel niet warm te stoken zijn, en de grote ketels voor de blokverwarming werken allang niet meer.
Ja ja… dan is het misschien vroeger een voornaam huis geweest. Inderdaad: kijk maar naar de resten van het stucwerk aan de hoge plafonds. Aan één muur in een kamer zit trouwens nog stijlvol linnen behang.
Goed… maar die man zit dus ’s winters als hij thuis is voornamelijk of zelfs uitsluitend in die kleine kamer. Staan de andere kamers dan leeg? Nee, er staat nog genoeg meubilair, maar ze zijn onbewoond. In sommige kamers staan zelfs stijlvolle meubels, waaronder een reusachtige notenhouten kast (een deur hangt half uit zijn hengsels), een empire tafel met een blad vol inktvlekken, en schrijftafels zoals je die in Rusland aantreft in tot musea ingerichte woonhuizen van beroemde Russische schrijvers: een jongere vrouw die bij de man op bezoek komt maakt daar een grapje over.
Een vrouw? Inderdaad, een vrouw… Ze komt bij de man op bezoek om iets te halen. Of om iets met hem te bespreken. Ze kennen elkaar al vrij lang. Wat de oude man betreft, die heeft een veelbewogen leven achter de rug, maar de vrouw heeft in haar veel kortere bestaan ook al niet weinig meegemaakt. Dat geldt trouwens voor alle mensen die nog in de stad wonen.
‘Niet weinig meegemaakt’… wat is er dan gebeurd? Trouwens, ‘alle mensen die nog in de stad wonen’: zijn veel andere mensen dan weggetrokken? Het schijnt zo… Vandaar dat er veel huizen half of helemaal leeg staan. Die oude man is maar in de uitgewoonde etagewoning getrokken omdat hij er makkelijk zijn spullen kwijt kon en hij graag in het centrum wilde blijven…
Het begint je te dagen. Alleen, wat is er dan toch in die stad gebeurd? Je weet het niet, er valt je niets meer in. Dan niet. Je komt er later wel op terug…

4. Schrijf wat je invalt op het kassabonnetje of entreekaartje dat nog in je jaszak zit: ‘man, oud’ ‘lege vertrekken’ ‘potkacheltje in kleinste kamer’ ‘stukwerk hoge plafonds’ ‘bezoek jonge vrouw’ ‘schrijftafel Russische schrijvers’ ‘grapje vrouw’ ‘stad ontvolkt’ ‘empire tafel blad met inktvlekken’. Probeer in een verstrooide stemming te blijven. Het kan geen kwaad af en toe te worden gestoord.
Je piekert er bijvoorbeeld over waarom dat huis zowat leegstond als een man je in het Engels aanspreekt en je een briefje onder de neus houdt met een adres: kan jij hem misschien vertellen hoe hij daar kan komen? Boos lees je het briefje en je probeert hem zo goed mogelijk uit te leggen welke weg hij moet volgen. Dat blijkt nog niet makkelijk, want de man kent slecht Engels en van weeromstuit kom je zelf niet uit je woorden – wat is ook alweer het Engelse woord voor ‘rechtdoor’. Je bent allang niet meer boos en het woord valt je tenslotte toch in: straight ahead. De man bedankt je omstandig, hij heeft het eindelijk helemaal begrepen. Terwijl je verder loopt pieker je erover of straight ahead wel echt goed Engels is (straks thuis in het woordenboek opzoeken) en dan haal je het kassabonnetje uit je zak en schrijft: ‘het kortste eind’. Want zonder erover te hebben nagedacht weet je nu waarom een groot deel van de bewoners de stad heeft verlaten (met als gevolg dat het huis zoals veel andere leeg stond en de oude man er gewoon kon intrekken en niet eens huur hoeft te betalen): in de moordende economische concurrentie trok de stad bij herhaling aan het kortste eind en het wanbeheer van hebzuchtige en megalomane bestuurders (de bedenksels van enkele namen werkelijk fantastische vormen aan) gaven haar de hekslag.

5. Neem een groter stuk papier, liefst niet meer helemaal maagdelijk en schrijf op wat je allemaal is ingevallen, in hele zinnen of in telegramstijl, al naar het uitkomt. Dat is allang niet meer het begin van het verhaal (een vrouw bezoekt een man in een ruime, verwaarloosde etagewoning, waar in één kamer maar een noodkacheltje brandt), maar ook wat er daarna gebeurt. Want dat is je intussen ook duidelijk geworden, ja je vermoedt zelfs al een beetje hoe het verhaal zal aflopen.

6. Nu ben je zo ver dat je kan proberen de eerste zin op papier te krijgen. (O, die is je juist al veel eerder ingevallen? Begin dan aan de tweede zin.) (Ik weet het, de eerste zin van een verhaal is soms de laatste die wordt neergeschreven. Maar in dat geval komt die nieuwe eerste zin in de plaats van een eerdere die bij nader inzien niet houdbaar blijkt en dus vervangen moet worden.)

7. Volg deze raadgevingen niet op. Iedere schrijver werkt weer anders. Hoe jij het zal doen zal in de loop van de tijd vanzelf wel blijken.

Heb je nu zin met de cursus mee te doen? Of wil je eerst meer weten?
redactieonderstroomboven@gmail.com

This entry was posted in Actueel, Boeken, Schrijven and tagged , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.