Als ik ergens een boek van zou willen schrijven, is het wel Pan’s Labyrinth. Dan moet ik wel de titel veranderen, om het auteursrecht niet te schenden. ; )
In ieder geval zou ik het Alice in trollenland dopen. Wie het verhaal kent, snapt meteen waarom.
In een notendop: De twaalfjarige Ofelia, verhuist op de vooravond van de oorlog met haar hoogzwangere moeder naar het landhuis van haar ‘nieuwe vader’, de wrede en ziekelijk narcistische kapitein Vidal, die geroutineerd zijn tegenstanders, anarchisten, martelt.
Ofelia’s echte vader is dood.
Ofelia verafschuwt dat wereldje. Ze heeft vele escapes. Ze vlucht de bossen in en verdwijnt in haar eigen werkelijkheid. Ze zit steeds met haar neus in de fantasieboeken. Ze zondert zich af en is dromerig.
Haar stiefvader vindt dat die onzin afgeleerd moet worden, dat ze te oud is voor sprookjes, en haar moeder gaat daar in mee.
De ongehoorzame, onverschrokken Ofelia – haar naam is een verwijzing naar de tot waanzin gedreven geliefde van Hamlet – ontmoet een Faun, die in haar een onsterfelijke prinses uit de onderwereld ziet. Zij moet drie gevaarlijke opdrachten uitvoeren om te bewijzen dat ze niet sterfelijk is geworden, voordat ze terug kan keren naar haar ware thuis.
Ofelia krijgt een mooie jurk aan voor een diner van de kapitein en zijn sympathisanten, waar zij en haar moeder ook verwacht worden.
Dan krijgt ze haar eerste opdracht. Daarvoor moet ze in een holle boom zijn, terwijl het buiten zeikt van de regen. Ze slaagt in haar taak, alleen haar jurk is geruïneerd.
Als ze terug is, doet haar moeder haar in bad en spreekt haar streng toe. “Ik ben heel teleurgesteld en je vader ook”.
“De kapitein?” begrijpt Ofelia.
“Ja, hij nog het meest”.
Ofelia glimlacht.
Met haar moeder heeft ze op zich een goede band, als de kapitein daar niet tussenkomt. Ofelia is aanhankelijk naar haar toe.
Als moeder hevig gaat bloeden van onderen, is Ofelia in paniek.
De Faun komt opnieuw in beeld, Ofelia krijgt de opdracht haar moeder te redden. De vrouw heeft hoge koorts en de dokter kan haar niet beter maken. Moeder krijgt bedrust voorgeschreven.
Ofelia moet een magische wortel in een kom melk onder haar moeders bed plaatsen, en het voeden met een paar druppels bloed per dag. De koorts zakt, moeder lijkt op te knappen.
Totdat stiefvader Ofelia betrapt en haar onder het bed vandaan trekt. Hij vraagt agressief: “Wat doe jij daaronder?” Hij schuift haar terzijde en vindt de kom melk met de wortel. “Wat is dit?” Hij ruikt eraan en laat zijn walging duidelijk blijken. Hij is er snel uit, het zijn weer die sprookjes.
Ofelia gilt, strekt haar armen uit en smeekt. Haar moeder schrikt wakker. Vidal geeft haar de schuld voor het gedrag van Ofelia: “Dat komt door die onzin die je haar laat lezen, en dit is het resultaat”. Hij houdt de wortel voor haar gezicht. Moeder smeekt Vidal Ofelia te laten gaan, zij zal wel met haar praten. “Goed. Zoals je wilt”, zegt hij en loopt weg.
Ofelia smeekt haar moeder om haar weg te halen van deze plek. Moeder legt uit dat sprookjes niet echt zijn en dringt aan dat het moet veranderen. Ze gooit ter demonstratie de wortel in het vuur. Ofelia gilt het uit. “Ofelia!” smeekt moeder, radeloos door het gedrag van haar dochter.
Moeder sterft in het kraambed, heeft eigenlijk zelfmoord gepleegd. Daar zit een mooie symboliek in.
Met mijn vader had ik een hechte band, ik kon overal met hem over praten. Hij kreeg een vriendin die tussen mij en hem kwam. Zij overtuigde hem dat hij niet zoveel mee moest gaan in mijn belevingswereld, anders zou hij ongewenst gedrag belonen.
Langzaamaan werd het vertrouwen steeds minder, hij werd afwijzender, veroordeelde me steeds meer. Dan praatte hij zijn vriendin letterlijk na.
Dood ging hij niet, maar leven kun je het niet noemen. Alles ging op de automatische piloot. Hij leek afgesplitst van zijn echte gevoel, was vertwijfeld over mijn ontwikkeling, werd depressief, zoals dat heet.
Inmiddels is het weer als vanouds tussen ons, hebben we weer diepgaande gesprekken en heeft hij weer vertrouwen in mij.
Ofelia is vernietigd nu haar moeder is weggevallen. Ze staat er nog meer alleen voor.
Het speelt zich af in 1944, een tijd waarin kinderen niets in te brengen hadden, de wil van het kind moest worden gebroken. Maar worden zulke kinderen in het hier en nu altijd goed begeleid en begrepen? Wat daar fantasie heet, heet hier een waanbeeld of psychose. Allebei kan het een uitvlucht zijn uit de realiteit die iemand niet kan verdragen of verwerken.
Ook als je bijna niet slaapt, kun je na een paar dagen al doordraaien. “In oorlogssituaties wordt graag gebruik gemaakt van slaaponthouding, om een gevangene “kneedbaar” te maken. Na verloop van tijd zal de gevangene geheel gedesoriënteerd raken, angstig worden, en een zenuwinzinking krijgen. Tenslotte leidt langdurige slapeloosheid tot de dood”. Bron: Argusoog
Een kind kan om minder uit het vertrouwde gezin worden weggerukt en verplaatst naar een psychiatrische afdeling.
Ook verzet (een gezonde reactie op geweld en geestelijke verminking!!) zien ze daar als symptomen of gebrek aan ziekte-inzicht.
Ze kunnen je bijvoorbeeld in de isoleercel gooien als je je medicijnen weigert (lees: niet gedrogeerd en vergiftigd wil worden.). Volgens de wet mag separeren alleen bij gevaar, maar het gebeurt ook als kinderen lastig zijn. http://www.nrc.nl/binnenland/article2152328.ece/Honderden_kinderen_jaarlijks_de_separeercel_in
De psychiatrie kan iemand die in de war is (wat misschien opgelost had kunnen worden door goed naar iemands leefomstandigheden te kijken en de problemen te lijf te gaan?) zodanig in het nauw drijven dat de omgeving inderdaad denkt: die hoort in een gesticht thuis, die kan nergens anders heen. Zo iemand ziet vaak geen andere uitweg dan uit het leven stappen, of zich verliezen in een wereld die wij niet zien (psychose) en zo chronisch ziek wordt.
Een vriend, Wolf, van ongeveer mijn leeftijd had de eerste jaren van zijn leven een gewone jeugd. Hij had een goede band met zijn ouders, ze hadden geduld met hem, lieten hem in zijn waarde.
Met acht jaar kwam hij op een andere school, waar het mis ging. De leerkrachten hadden problemen met hem, leken iets tegen hem te hebben. Klasgenootjes leken juist met hem mee te leven.
Wolf was heel gevoelig voor zijn omgeving, raakte in de war, was de weg kwijt. Stichting Mindcontrol kwam in beeld, die hem psychotisch labelde en zijn ouders ervan overtuigde dat hij behandeling nodig heeft. Zijn ouders verloren het geloof in hun zoon.
Als tienjarig jongetje is Wolf opgesloten in een observatiekliniek, waar ze proeven op kinderen deden. Kinderen zaten onder de medicatie, moesten plassen in een emmertje, bloed laten prikken. Keer, op keer, op keer.
Velen gilden bij een onderzoek of behandeling. Ze werden vast gebonden als ze moesten stoppen met wat het personeel noemde: “Doe niet zo moeilijk, klein misbaksel”. Kinderen gingen uitdijen, om de niet te metaboliseren chemische middelen, nog ‘veilig’ in het vetweefsel te houden. Lukte dit niet langer, gingen ze dood.
Je werd steeds in de gaten gehouden. Er hing een microfoon in de slaapkamers van de kinderen. Wolf mocht alleen in de weekenden naar huis. Hij was dan altijd gesloopt, maar kon niet goed overbrengen hoe het daar was.
Onder dergelijke omstandigheden hadden kinderen steeds minder afweer. Zo nu en dan sneuvelde er een kind en dat vonden de ‘profs’ prima. Wolf wilde op het laatst niet eens meer leven, dacht alleen nog aan de dood. Alles was inktzwart. Hij zat in waanzin en was helemaal op. De laatste weken was hij grieperig en lag op bed. Het personeel was niet echt bezorgd, liet hem aan zijn lot over, hoewel er al kinderen waren bezweken aan een griepje.
Toen lieten zijn ouders hem thuiskomen, die goed voor hem zorgden. Zijn griep ging over, hij begon weer te leven.
Wolf heeft twee jaar in een kliniek gezeten. Er zijn ook cliënten die er zes jaar hebben gezeten. Hoe kon een misdadige mensenrechtenverkrachtende organisatie ongestoord haar gang gaan en de ouders hierin akkoord laten gaan?
Met diagnoses en prognoses zorgt de instelling dat je er alleen voor staat en jarenlang van de zorg afhankelijk bent. De omgeving gaat je zien als ziek, gaat op een afstandelijke manier naar je kijken. Protest en hoe je het zelf ziet, heet dan gebrek aan ziekte-inzicht of geen inzicht in problemen. Met codetaal als ‘wilsonbekwaam’ legitimeren behandelaars het opsluiten, martelen, gebruiken voor proeven en het beroven van vrijheid van meningsuiting en bewegingsvrijheid.
Wolf woont nu nota bene begeleid onder dezelfde organisatie! Wat niet door hem, maar voor hem is gekozen. Hij noemt zichzelf: ‘De wolf in de verkeerde wereld’. Nog een boek dat ik met liefde zou willen schrijven.
De derde wereldoorlog, de oorlog tegen de psyche, is in volle gang.
Kinderen hebben waardering nodig om wie ze zijn. Een luisterend oor. Iemand die eens goed naar de situatie kijkt en naar wat het kind nodig heeft.
Er zijn hulpverleners die met hun hart werken en echt om kinderen geven. Die de situatie leefbaarder maken.
Blijf hoe dan ook zelf nadenken en achter je kind staan. Een kind met problemen, hoe groot ook, verdient net zo veel respect als ieder ander.
Comments are closed.