Wie mooi moet zijn, lijdt pijn.

Van de anderhalf miljoen honden die in Nederland rondlopen, zijn zo’n 500.000 echte rashonden. Met een stamboom als bewijs van hun kwaliteit. Zo’n hond is dan ook kostbaar. Voor een pup bepaalt men zo’n 1500-2000 euro.

40% van de rashonden lijdt aan een of meerdere erfelijke aandoeningen. Toch krijgen juist zij aanzien. Een stamboom zou garantie geven voor gratie en gezondheid, maar is eerder een garantie voor problemen en dierenleed.

Het schoonheidsideaal bepaalt waar een hond aan moet voldoen. Gezondheid is bijzaak. De keurmeesters bepalen hoe een hond eruit hoort te zien, de fokkers streven dit na. Vooral extreme kernmerken worden beloond. Ook broodfokkers, die leven van de verkoop, liften mee op deze mode.

 

Inteelt is eerder de standaard dan een uitzondering, want alleen de ‘beste’ honden mogen nakomelingen krijgen. Een klein aantal, vaak de kampioenen van de hondenshow.

Een dierenarts zegt dan ook kernachtig: ‘Als alleen Miss Holland kinderen mag krijgen en die heeft iets onder de leden, heeft heel Nederland dezelfde ziekte. Maar dit is wat er gebeurt bij honden’.

Rasverenigingen en andere belanghebbenden horen meestal liever geen kritiek. Want dat zou de rashond een slechte naam geven of dan haken mensen af.

Veel dieren leiden of lijden een ellendig bestaan. Pijn, dierenartsbezoek na dierenartsbezoek. Bijna alle hondenrassen kampen met aangeboren aandoeningen. Van ademhalingsproblemen, hartziekten, kanker, tot gewrichtsproblemen of oog- of oorontstekingen. De dierenklinieken zitten vol met deze stumpers.

 

Op een hondenshow komen liefhebbers, zou je denken. Mensen die er ook veel van afweten. Of gaat het ergens anders om? Status, aanzien en geld?

Hoogleraar Dierenwelzijn B. Spruijt over de hondenshows: ‘Ik moet zeggen dat ik het een wanstaltig gebeuren vind. Onsmakelijk om te zien. Een treurnis overvalt je, dat je denkt: hoe mooi kan een hond zijn, hoe functioneel kan hij zijn, en wat hebben wij er nu van gemaakt.’

 

De Engelse Bulldog, die ooit een atletisch lichaam had, is hedendaags een gedrocht. Er is gefokt op brede schouders, korte poten en een teruggedrongen neus. Het kan zich met moeite voortbewegen, nauwelijks zelf ademhalen en kan zich niet zelfstandig voortplanten. Daar moet het bij geholpen worden. ‘Als je 50 bulldogs in een weiland zet, is de kans groot dat ze uitsterven’.

Nog altijd zijn er dierenartsen die meewerken aan de fokprogramma’s.

De pups worden onder traumatische omstandigheden geboren, door middel van een keizersnede, omdat ze niet door het geboortekanaal passen.

De bulldogs zijn nog net niet bedlegerig en klinken als iemand met een zware astma-aanval. Er zijn dierenartsen die zich gespecialiseerd hebben in de ras.

 

Een ander gezelschapshondje, de Cavalier King Charles Spaniël, heeft zo’n klein schedeltje dat de hersenen er amper inpassen. De ogen puilen uit en het beestje krabt en jankt steeds. Niet omdat het jeuk heeft, maar omdat het ondraaglijk pijn lijdt.

Want de kleine hoofdjes vindt men mooi.

En vrijwel ieder dier krijgt vroeg of laat een hartziekte.

 

Ik zag voorbeelden van hondenschedels, enkele decennia terug en nu. Ze lieten zien hoe het in de loop der jaren vervormd is. Ik dacht: ‘Ze hebben monsters gecreëerd’.

Veel aandoeningen zijn willens en wetens op de koop toe genomen, letterlijk.

 

Uiteindelijk stammen de rassen allemaal af van de wolf. Een atletisch, mooi en zelfstandig dier. Vrij en gebouwd om te rennen.

 

Wanneer laten we een hond weer hond zijn, in plaats van een modeaccessoire?

 

Kijk en huiver: Het-einde-van-de-rashond

This entry was posted in Actueel, Behandeling, Dierenleed, Maatschappij, Onderzoek, Ziektebeelden and tagged , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.