Persoonlijk, eerlijk en spiegelogisch verhaal van Esmarel Gasman.
(Oermoeders van nu)
www.facebook.com/oermoedersvannu
Toen ik vorige week het artikel: “Hoe onschuldig is de fopspeen” van Sarah Morton* las, voelde ik me eerlijk gezegd wel een beetje schuldig. Mijn zoontje heeft een paar maand aan zo’n ding gesabbeld en ook mijn pasgeboren dochtertje sabbelt erop momenteel op los.
Want hoe makkelijk is het om bij een onbekend huiltje een tuutje te proberen? Meestal reageren ze dan gretig sabbelend en stoppen ze inderdaad met huilen. Dat lijkt me dan toch een passend antwoord op een huil? Of schuilt er meer achter; is het een gewoonte geworden? Zijn we bang voor (een beetje) gekrijs? En… is het eigenlijk wel de bedoeling dat ze stoppen met huilen?
Voor mijn zoontje sjouwden we zijn speentje getrouw overal mee heen, vanaf dat hij ongeveer 6 weken was. Er was een enorme zuig/sabbel behoefte waar mijn borsten en pink niet tegen bestand waren, zo leek het. Hij wilde geen melk meer, maar wilde nog wel sabbelen, met verslikken tot gevolg en was dan wel tevreden met een pink. Omdat dat pink zuigen me regelmatig een lamme arm bezorgde koos ik uit gemak voor een speentje. Dat leek me geen kwaad te kunnen. Ergens rond de 8 maanden, was zijn speentje weer eens kwijt en haalde ik er één uit zo’n reclame-zwangerschapsbox, die ik nog had liggen. Deze tuut was alleen niet naar zijn wens; de vorm was namelijk harder en kleiner, waardoor hij hem steeds weer uitspuugde. Even dacht ik eraan om een nieuwe te kopen, maar al gauw merkte ik dat hij zijn speen niet miste. Zijn zuigbehoefte was in de maanden daarvoor voldoende bevredigd en de borst zou hem nog voldoende sabbelbehoefte geven, dacht ik.
En inderdaad vraagt hij er nu nooit meer om en stopt alleen die van zijn zusje nu af en toe voor de ervaring nog eens in zijn mond. Ik heb nu een speenvrije en zéér makkelijk babbelende peuter in huis, gelukkig!
Ook mijn pasgeboren dochtertje sabbelt nu op een speentje. Ondanks dat mijn kinderen “diehard draagdoekbaby’s” zijn, bij ons in bed slapen, volledige on-demand borstvoeding krijgen en daarmee heel veel liefde, warmte, affectie en nabijheid ervaren, kon ik blijkbaar niet volledig aan hun zuigbehoefte voldoen, met een speentje tot gevolg dus. Na het lezen van het verhaal van Sarah, werd mijn aarzeling over een speentje weer opgerakeld. Zou mijn dochtertje dan echt niet zonder speentje kunnen, als dit beter is voor haar? (De naam fopspeen zegt het al, je fopt je kind met een speentje, dat kan toch niet goed zijn?)
Ik ben een groot voorstander van het kijken naar de behoefte en het gedrag van je kind. Het kan je helpen om het gedrag van je kind te begrijpen en daarmee ook je eigen gedrag en andersom. ’Ook ouders worden gefopt. “Een speen lijkt een onmisbaar hulpmiddel, waar het in werkelijkheid een repressiemiddel blijkt te zijn,” lees ik in het artikel van Sarah. Zou dat bij mij dan ook zo zijn?
Ik heb mijn dochters speentje in deze week dat ik mijn blog aan het schrijven ben, buiten handbereik gelegd en besloten de speen niet meer aan te bieden om te kijken wat er gebeurt. De eerst paar keren dat ze van zich laat horen en ik zeker al het speentje uit gemak zou hebben gepakt, gaan jengelend over. Er blijkt een boertje dwars te zitten of ze wil gewoon even rechtop zitten en contact maken of iets dergelijks. Pas als ze moe is en aan de borst heeft gedronken, zoekt ze duidelijk iets te sabbelen. Uit de borst komt nog melk en dat is niet wat ze meer wil met haar volle buikje. Ik wacht nog even af en ze laat flink van haar horen. Ik zwicht en pak haar speentje, want deze moeder wil graag de behoefte van haar kind bevredigen. Ik bied de gekleurde, plastic namaaktepel aan (houd hem voor haar mondje zonder hem erin te stoppen…) en ze hapt gepassioneerd toe, om vervolgens tevreden sabbelend in slaap te vallen.
Ook de rest van de week, blijf ik bewust van mijn eigen en haar speengedrag. Er zijn momenten dat ze huilt en ik mijn best moet doen niet naar het speentje te grijpen. Er zijn ook momenten dat ze inderdaad nog om haar speentje “vraagt”, echter lang niet zoveel als dat ik van te voren gedacht had. Steeds minder vraagt ze erom. Zou ik haar dan toch kunnen redden van haar eerste verslaving?
Ik ben heel blij met Sarah’s artikel, want het heeft me bewust gemaakt van het feit dat een fopspeen de verstandelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling in de weg kan zitten. Hoe dan ook, ik vertrouw erop dat mijn dochter, al voordat ze zuigeling af is, er mee stopt en zo geen speenlurkende dreumes hoeft te worden, met alle mogelijke gevolgen van dien.
“Een fopspeen belemmert hun verkenningsdrang, zeker als iemand het ding meteen weer aanreikt, zodra het kind het laat vallen. Het schaadt de geestelijke ontwikkeling van een kind,” woorden uit Sarah’s artikel die er niet om liegen. Via deze link kun je het artikel lezen: http://frontpage.fok.nl/column/626529/1/1/50/hoe-onschuldig-is-een-fopspeen.html
Respect voor de moeders die hun kinderen speenloos opvoeden en dank aan Sarah voor haar uitgebreide onderzoek. Lang leve de vrije emotie!
*Sarah Morton is schrijfster van onder andere “Afwijkend en toch zo gewoon” en “Ziek van Angst.”
Comments are closed.