Roelie, het echte verhaal (Eerste deel)

Regelmatig verschijnt er in de media een bericht over een cliënt die het leven liet door geweld (dwangmaatregelen) van hulpverleners. Volgens de instelling is het steevast een ongeluk, natuurlijke dood of een noodgreep.

Even zijn we geschokt en verontwaardigd, daarna gaan we weer verder met ons leven.
Maar wat als er iets met een geliefde gebeurt? Het ergst denkbare scenario. Het overkwam de zussen van Roelie. Sindsdien verkeren zij in een traumatische en onwerkelijke situatie. Vooral één van hen heeft er geen moment vrij van. De moord op Roelie is altijd in haar gedachten. Met haar heb ik anderhalf uur gepraat aan de telefoon. Toen had ik al een artikel klaar. Er bleek essentiële informatie te ontbreken. Journalisten willen de misstanden vaak wel onder de aandacht brengen, maar worden ook gecensureerd.

Roelie (niet naar echte naam) was een 44-jarige vrouw met persoonlijke problemen en gezondheidsklachten. Door traumatische ervaringen in het verleden, had ze last van herbelevingen. Haar medische klachten: lage rug hernia, astma, COPD en slechte enkels waren bij de begeleiders bekend.
Ze had de diagnose ADHD. Als ze haar Ritalin niet had ingenomen kon ze druk aanwezig zijn en luid praten.
Ze heeft géén verstandelijke handicap, in tegenstelling van wat de berichtgeving ons doet geloven. Haar IQ was 80. Sinds een paar jaar is de bovengrens voor een mentale handicap 70. (Dat was eerst 85.)

Volgens de zussen was ze een lieve en gevoelige meid. Ze had veel voor andere mensen en vooral voor dieren over. Zo wilde ze een hondje en ging ze bij iemand kijken die een nestje had. Een paar puppy’s waren al overleden. Ook het diertje dat overbleef, was al zwak. Toch wilde ze dit beestje, omdat ze er al contact mee had gemaakt. De kosten waren geen bezwaar.
Of een van haar vrienden was ziek. Dan nam ze de moeite om er naartoe te gaan en ging ze boodschappen doen en eten koken voor de kinderen.
Op een foto zit ze met een kat op schoot en kroelen zij elkaar.

Ze was vrijwillig onder zorginstelling Novo gaan wonen. Het lag in Onnen.
Roelie hield een dagboek bij waarin ze haar gevoelens en wat ze meemaakte beschreef. Hierin werden ‘Begeleidsters’ en ‘Agressie’ in één zin genoemd.
Ook gaf ze kort voor haar dood aan steeds te worden gestraft. Vaak had zij huisarrest. Ook is ze getreiterd en belemmerd in haar doen en laten. De schuttingdeur zat vaak op slot.
Er waren ook medewerkers die anders met haar omgingen en haar autonomie respecteerden.

Op een dag wilde ze daar weg. Haar portemonnee moest ze uit het kantoor grissen, die was in beslag genomen.
Volgens de afspraak mocht ze overigens altijd naar buiten.
Begeleidster A ging klagen bij collega’s van een andere groep. “We hebben er geen zin meer in”, liet ze weten. Ze hoopte dat Roelie nooit meer terug zou komen.

Eerst ging Roelie met de fiets naar Groningen en nam ze de trein naar Assen. Daar heeft ze een aantal keren gepind en iets gedronken en gegeten. Daarna nam ze een taxi. Ze wilde op bezoek bij een vriend, die begeleid woont via een andere instelling, maar wist het adres zelf niet te vinden, omdat hij net verhuisd was. Ook vertelde ze waar ze zelf woont. De chauffeur vond deze verhalen vreemd en dacht dat ze verward was, hoewel ze zich netjes gedroeg en hem te woord stond. Hij wist niets van het adres waar Roelie vertelde te wonen, maar wist hier wel een Novo-locatie. Daar bracht hij haar heen.

De vrouw die opendeed, zei: “Haar ken ik niet”, en lichtte de politie in, die haar terug naar haar verblijf bracht. Ze gaf aan niet terug te willen, maar omdat ze geen gevaar was voor zichzelf of de omgeving was, kon ze ook niet in de crisisopvang terecht. Er was wel een vriend bij wie ze altijd terecht kon en ook bij een van haar zussen had ze kunnen logeren, maar niemand heeft contact met hen opgenomen. Terwijl het wel de afspraak was met de begeleiders: als er iets was zouden ze deze contactpersonen bellen.
Begeleider A had een aantal dagen ervoor nog een telefoongesprek met een zus waar ze altijd terecht kon. Deze zus wilde toen naar Onnen gaan voor een gesprek met Roelie, of haar meenemen naar haar huis.

Roelie moest naar haar kamer en een excuusbrief schrijven voor haar gedrag.
Op een gegeven moment wilde ze weer naar buiten. Ze mocht niemand bellen om haar op te komen halen of om een logeeradres te regelen.
Roelie schopte tegen de voordeur, die expres op slot was gedaan. Ze liet duidelijk merken weg te willen. Ook vroeg ze of iemand de deur open kon doen.
“Dat doen we niet, jij blijft hier”, kreeg ze te horen.

Ze liep door de gang en probeerde een keer de bezemkast in te duiken, om met rust gelaten te worden. Daar is ze ruw weggetrokken.
Ze liepen haar steeds op te jagen en versperden haar de weg naar haar eigen kamer. Een keer komt ze uit een gang lopen en springen de begeleiders zonder aanleiding op haar af en knallen haar met haar hoofd tegen de muur aan.
Toen zei Roelie: “Als jullie je geen raad weten, bel dan de politie maar.”
Ook daar wilden de meiden niets van weten. Roelie probeerde iemands mobiele telefoon te pakken, om zelf te politie te bellen. Eenmaal deed zij een hap naar de dikke jas van iemand, om zich te verweren Ook probeerde ze via de nooduitgang naar buiten te vluchten.

Beide keren is ze met haar hoofd tegen een muur geramd. Dit heeft zo te zien hersenbloedingen veroorzaakt
Zij kreeg ook niet meer de keuze om naar haar eigen kamer te gaan. De begeleidsters wilden haar voor de hele nacht in een kale cel opsluiten. Er lag zelfs geen matras. In een rij stonden zij opgesteld. Roelie is door de vier naar de isoleerruimte gesleurd. Zij worstelde en de vrouwen duwden en trokken aan haar.. In de ’time-outkamer’ gingen zij gedrieën bovenop haar liggen, om haar te breken.
Een ander ging op haar enkel staan.
Als ik zo behandeld werd, zou ik me ook verzetten.
Het is een gezond, natuurlijk instinct om je tegen geweld, vernedering, marteling en gif te willen beschermen.

Eerst is er gebeld met het mobieltje van begeleider A.
Daarna haalde ze de huistelefoon op en de politie is pas na bijna 10 minuten gebeld, toen Roelie al bewusteloos was.
Agenten hebben haar zo zien liggen. Eentje wilde haar te hulp schieten. De anderen gebaarden en praatten op hem in om hem tegen te houden.

Ze hebben met de begeleidsters besproken om Roelie aan te houden voor mishandeling. De agenten stonden in de tussenhal en de begeleiders liepen lachend rond.
De vrouw lag daar nog steeds roerloos. Een van de agenten maakte de begeleiding hierop attent. Volgens een personeelslid kwam dit door een psychose en was Roelie gewoon uitgeput.
Niemand heeft naar haar omgekeken. Was dit een vorm van passieve euthanasie? Had de politie al door dat Roelie stervende was en was ze samen met de begeleiding aan het beraden hoe ze dit drama ‘keurig’ in de doofpot kon stoppen?
Toen de agenten terugkwamen, klopte Roelie’s hart niet meer; het kreeg geen zuurstof meer door ernstige inwendige bloedingen…
Het bloed liep haar uit de mond.

De ‘begeleidsters’ zijn niet in hechtenis genomen. Pas na acht dagen zijn ze ondervraagd. Er was een advocaat bij, wat zeer ongebruikelijk is in Nederland.
Tijdens het politieverhoor verklaarden zij zelf dat zij Roelie in het begin hebben horen zeggen: “Ik stik.”
Roelie maakte duidelijke stikgeluiden. Ook heeft zij zich heel hard in het tapijt vastgeklauwd, om toch wat zuurstof te krijgen. De vingertoppen waren zelfs blauw en er zaten tapijtresten onder haar nagels.
Bij elk geluid of beweging, zijn ze haar juist meer gaan afknellen.
Dit is gedaan door medewerkers die naast een sociale opleiding ook een medische opleiding hebben.

Roelie kreeg eerst begeleiding van Lentis, een GGZ instelling. Dan kwam iemand bij haar thuis een kopje thee of koffie drinken en vroeg hoe het met haar ging.
Zij was geen zwaar ‘geval’ en heeft zelfstandig gewoond met ambulante begeleiding. Ook kon ze reizen met het openbaar, haar eigen maaltijden klaarmaken, zichzelf wassen en voor de dieren zorgen.
Alleen met haar administratie had ze hulp nodig. Ze was een volwassen vrouw die zelf aan kon geven als ze iets of iemand nodig had.
Ze was te zelfstandig voor Novo, ging teveel haar eigen gang. Ze had maar een lichte indicatie, wat Novo heeft verdraaid door haar als een ‘zwaar geval’ te brandmerken.
Door een psychiater is nooit een psychose vastgesteld, de personeelsleden hebben het verzonnen om hun eigen daden te rechtvaardigen.
Als Roelie op dat moment een actieve psychose had, kon ze ook nooit zo doelgericht handelen (met de trein reizen, pinnen, iets gaan drinken en de taxi nemen).

Lentis kon de begeleiding zo weer overnemen, mocht het bij Novo niet goed gaan. Er is geen contact geweest met haar vaste psychiater van Lentis, of met familie of vrienden. Ook is er geen contact geweest met de crisisdienst of huisartsenpost.

We kunnen deze daden niet wijten aan personeelstekort, te weinig opleiding of gebrek aan steun vanuit de eigen of andere instellingen. De mogelijkheden die er waren, zijn niet benut.
Bovendien waren er maar drie bewoners in het huis.

Volgens de regels had Roelie nooit in bedwang gehouden mogen worden.
Begeleidster A had een aversie tegen haar en trok drie collega’s daarin mee.
Het niveau van Roelie was te hoog voor de groep in Novo (IQ van 80) en ze durfde ook kritiek te hebben op de begeleiding. Die wist zich daar geen raad mee en heeft dat op haar verhaald. Ze is gediscrimineerd, steeds gestraft en uiteindelijk gegijzeld, mishandeld en vermoord.
Na haar dood is ze ook nog zwart gemaakt. Iemand die zich niet meer kan verdedigen.

Bij Lentis stond Roelie absoluut niet bekend als gewelddadig. In haar laatste lat-relatie is ze mishandeld en verweerde ze zichzelf nauwelijks. Tegen die ex-partner heeft ze aangifte gedaan.
Ook andere mensen hebben misbruik van haar gemaakt, omdat ze goed van vertrouwen en kwetsbaar was. Ook verbaal is niet agressief, alleen praatte ze soms druk of hard.
Ze verhuisde naar Novo om te leren voor zichzelf op te komen. In moeilijke situaties moest ze zichzelf leren verdedigen.
De eerste keer dat ze zich heeft verweerd, is haar dood geworden.
De medewerksters logen er ook op los. Zo zou Roelie vlak nadat de politie de ’time-outkamer’ verliet nog ‘donder op, kutwijven!’ hebben geroepen.
Ook zou ze gewoon aanspreekbaar zijn en de politieagenten te woord hebben gestaan, wat helemaal niet kan, omdat ze al in coma was en lag dood te gaan.

Het is opvallend hoeveel mensen die een verkrachting, een overval of ander geweld hebben doorgemaakt, te maken krijgen met de martelroutine van de ‘zorg’.
Vaak zijn die mensen niet eens ziek, maar hun verhaal moet worden afgedekt.
Ook als zij wel ziek zijn, moeten mensen zich over hen ontfermen, goed voor hen zorgen, hen steunen en een luisterend oor bieden. in plaats van nog meer trauma’s creëren.

“We zouden het zo weer doen”, zouden de kampbewaarders gezegd hebben.
Volgens hen verstoorde Roelie de rust op de afdeling en viel ze andere bewoners lastig. Uit de filmopnamen blijkt niets van dit alles.
Rust? Welke angsten moeten de andere bewoners doorgemaakt hebben, door wat er met Roelie uit is gehaald?
Volgens een zus liepen de uitvoerders lachend over de gang. Begeleidster A haalde haar hand langs haar keel, toen er een andere cliënt voorbij liep. Zo van: ‘Ja, we hebben haar gedood’.
Ook gebaarde ze dreigend: wegwezen.

Dit zijn geen ‘ongelukken’, maar een gewetenloos beleid.
Iedereen kan in handen van zulke mensen vallen, ook uw familie en vrienden.
In de familie van Roelie zitten ook mensen met een handicap.
Voor de zussen heb ik veel respect. De moed en het doorzettingsvermogen waarmee ze voor hun zusje en andere kwetsbare mensen op blijven komen. Zij doen wat ze kunnen om deze zaak aan het licht te brengen en de begeleidsters verantwoordelijk te stellen.

Zolang psychopaten hun gang mogen gaan, komen onze basisrechten en vrijheden in gevaar. Het mishandelen en onteren gaat dan gewoon door. Het gebeurt niet alleen in oorlogen of in corrupte Oost-Europese landen. Het gebeurt ook op kinderdagverblijven, scholen en in de hulpverlening.
De media kan een belangrijke rol spelen door deze praktijken onder de aandacht te brengen. Cliënten en hun familie willen gehoor, bescherming tegen mishandelaars en hun rechten krijgen.
Mensenrechten zijn ook in Nederland belangrijk, zodat kinderen veilig op kunnen groeien en mensen weer vertrouwen kunnen hebben in het leven en hulp durven vragen.
De agressors horen de gevolgen van hun daden te ondervinden en nooit meer met mensen te werken.
Vele mensen smeken de nabestaanden om alsjeblieft door te gaan met hun strijd voor rechtvaardigheid. Dit om een cultuuromslag teweeg te brengen bij de zorgverleners en vooral bij Justitie!
Opdat de familieleden eindelijk verder kunnen gaan met hun leven en ‘Roelie’ in vrede kan rusten.

Moeder vertelt over misbruik op school.

www.omroepwest.nl/nieuws/25-05-2012/nieuwe-klacht-rond-seksueel-misbruik-da-vinci-basisschool

Hoe Rolie om het leven kwam.

www.weblogs.vpro.nl/argos/2013/06/07/8-juni-2013-dood-in-de-timeout-ruimte/

www.zielenknijper.nl/nieuwsuur-toont-beelden-fatale-dwangbehandeling-van-vrijwillig-opgenomen-gehandicapte-vrouw.html

Ervaringsverhaal: www.zielenknijper.nl/studente-beschrijft-dwangbehandeling-bij-mondriaan-zorggroep-in-heerlen.html

Mishandeling van vluchteling met zwakke gezondheid: www.deportatieverzet.nl/alweer-zware-mishandeling-en-onthouden-medische-zorg-in-dc-rotterdam/

Ouderenmishandeling.

www.auderenmishandeling.wordpress.com/2012/02/23/het-is-in-de-ouderenzorg-droevig-gesteld-met-de-rechten-en-bescherming-van-slachtoffers-en-hun-nabestaanden-van-slechte-zorg-en-mishandeling/

www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/bejaarde-zorgcentrum-mogelijk-dood-door-mishandeling

Misbruik en mishandeling in jeugdgevangenissen.

www.rondom10archief.ncrv.nl/forum/komende-uitzending/open-zenuw-van-kerk/misbruik-en-mishandeling-bij-jeugdzorgdetentie-vroeger-

 

This entry was posted in Uncategorized. Bookmark the permalink.

3 Responses to Roelie, het echte verhaal (Eerste deel)

  1. Pingback: Roelie, het echte verhaal, deel 2 » Soulvability

  2. Pingback: Roelie, het echte verhaal, deel 2

  3. Pingback: Roelie, het echte verhaal, deel 2 | Dus!

Comments are closed.