‘Rechtse’ paranoia en ‘linkse’ willekeur

‘Rechtse’ paranoia en ‘linkse’ willekeur

– Een gevaarlijke combinatie bij kinderbescherming –

Links of rechts?

Wie de misstanden die bij Jeugdzorg en gelijksoortige organisaties al decennia lang aan de gang zijn heeft bestudeerd, vraagt zich wel eens af welke politieke krachten hiervoor verantwoordelijk zijn. In eerste instantie ben je geneigd om Jeugdzorg, vooral vanwege het woord ‘zorg’ in verband te brengen met de ‘softe sector’ en dus met linkse partijen. Toch is dat maar de helft van het beeld, aangezien er vanuit de kinderbeschermingsactiviteiten van Jeugdzorg ook een militante houding uit gaat, die meer thuis hoort bij rechtse partijen. Denk daarbij aan uithuisplaatsingen waarbij met inzet van zes politiebusjes met 12 rechercheurs een inval wordt gedaan bij u thuis, waarbij u als ouders geboeid en geblinddoekt wordt afgevoerd. Deze ‘law-and-order’ mentaliteit, is samen met de hulpverleningsfunctie te vinden bij één en de zelfde instantie. Ze hebben op elkaar wederzijds een negatief effect, omdat de dubbelfunctie voor veel onduidelijkheid zorgt over de vraag wat Jeugdzorg precies bij u thuis komt doen (helpen of straffen) en als gevolg daarvan hebben veel ouders een achterdochtige houding naar Jeugdzorg. Dit wordt weer beantwoord met nog meer strengheid, want als u niet ‘vrijwillig’ meewerkt dan zult u wat anders gaan beleven!

Rechtse hardheid, linkse wolligheid

Het lijkt erop dat het probleem in de kinderbescherming niet speciaal links of rechts is. Het is eerder een verontrustende combinatie van het schaduwelement van beiden. Rechtse mensen hebben de neiging om gevaren te overdrijven en alles en iedereen permanent te willen controleren. Linkse mensen willen helpen, ook wanneer er geen hulp nodig is en cliënten zelfstandig en vaardig genoeg zijn. Bij Jeugdzorg hebben deze twee schaduwelementen een vreemdsoortig versterkend effect op elkaar. De eis van rechts dat er meer mishandeling moet worden opgespoord, vult de kaartenbak bij de linkse hulpverleners, omdat steeds meer zaken tot mishandeling worden gerekend die vroeger nog gewoon een opvoedprobleempje waren. Omgekeerd doet dit groeiende aantal mensen in de kaartenbak bij Jeugdzorg, bij de rechtse mensen in toenemende mate de angst ontstaan dat ze in een steeds onveiligere maatschappij leven. Het interessante is nu dat de politiek rechtse krachten die schreeuwen om meer veiligheid voor kinderen, de uitvoering van die veiligheidsmaatregelen overlaten aan een linkse sector. Dit heeft tot gevolg dat er een toenemende mate van signalering is, (en de daarbij behorende wachtlijsten) maar er wordt geen controle uitgevoerd op hoe die signaleringen tot stand komen. Dat mogen de kinderbeschermers zelf bepalen. Het is al vaker gezegd, maar we kunnen het niet genoeg herhalen: Er is bij de opsporing van kindermishandeling geen plicht tot waarheidsvinding. Over de situatie in een gezin worden meningen verzameld, en die worden aangevuld met de intuïtie van de onderzoeker samengevoegd tot een rapport, dat als basis zal dienen voor het verzoek om een kinderbeschermingsmaatregel. Waar komt deze stellingname dat feiten er niet toe doen eigenlijk vandaan?

C.W. Rietdijk

In de ‘Scientifization of culture’ beschrijft de cultuurfilosoof Cornelis Willem Rietdijk een beweging in het Westerse denken die na de Tweede Wereldoorlog bepalend is geweest;  het post-modernisme. Deze filosofische stroming is een typisch links verschijnsel. De teleurstelling dat de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog hebben laten zien dat een voortgaande morele ontwikkeling van de mens een illusie is, deden bij velen het geloof ontstaan dat objectieve waarden niet bestaan en dat alles ‘interpretatie’ is van het individu. Rietdijk noemt postmodernisme het ‘anti-rode draad denken’, dat ontkent dat de menselijke evolutie ondanks oorlogen en ellende toch doorgaat. Dat de weg naar meer Rede, meer wetenschap en waarheid helemaal niet bestaat. Een mentaliteit die er voor zorgt dat de linkse intelligentsia zich voortdurend proberen te onttrekken aan die zaken, die het vinden van objectieve waarheid zouden kunnen bevorderen.

In hoofdstuk 45.1 ‘The state of unreason’ vat hij de postmoderne leugen samen:

“De wereld is onsamenhangend, de mens is irrationeel, alles is meervoudig interpreteerbaar, relatief, arbitrair en subjectief; zodat wetenschap, vooruitgang, het afdwingen van integriteit vrijwel zinloos zijn; laten we ons daarom concentreren op het hier en nu en op het incidentele,..”

Rietdijk vindt deze geesteshouding zo ergerlijk en schadelijk voor de maatschappij, dat zijn gehele boek één grote aanklacht is tegen het relativisme. Het niet doen aan waarheidsvinding, leidt volgens hem tot bijgeloof, het niet onderkennen van feitelijke problemen en onvermogen om in te grijpen met de juiste middelen. Bovendien kan er door een gebrek aan objectieve waarheid met wetenschappelijke middelen, het volk beter dom gehouden worden en zijn ze vatbaarder voor manipulatie door de machthebbers. Het geloof dat objectieve waarheid niet bestaat, heeft voor de elite dus wel degelijk voordelen. Ziet u de vergelijking al met Jeugdzorg?

Linkse willekeur

Wie de verschillende meldcodes en protocollen voor wat te doen bij een vermoeden van kindermishandeling bestudeerd, wordt gemakkelijk op het verkeerde been gezet. Het AMK protocol ziet er heel verzorgd en professioneel uit, is evenwichtig in zijn benadering en schijnbaar wordt er met uiterste zorgvuldigheid naar gestreefd om een gezin goed te beoordelen. Het lijkt erop dat de positieve en negatieve signalen tegenover elkaar gezet zullen worden en dat er zo een totaal beeld ontstaat dat de werkelijkheid zeer dicht benaderd. Maar dat is niet waar. Het gaat uiteindelijk in het protocol om een paar kleine zinnetjes, met hele grote gevolgen:

* “De lijstjes met signalen (van kindermishandeling) wijzen u de weg bij het in kaart brengen ervan. Ze zijn niet meer en niet minder dan een hulpmiddel. Om goed te kunnen handelen, is het belangrijk dat u altijd uitgaat van uw eigen deskundigheid. Als beroepskracht heeft u kennis van de ontwikkeling van kinderen en bent u bij uitstek degene die afwijkend gedrag kan signaleren. Vertrouw op uw kennis, ervaring en intuïtie en neem uw gevoel over de situatie serieus.”

* Protocol kindermishandeling BJAA/AMK Amsterdam en BJZ/AMK Noord-Holland 2010

Er wordt dus grote waarde toegekend aan het persoonlijke oordeel van de onderzoeker, waarbij het eigen gevoel en de intuïtie een belangrijke rol spelen. Bedenk wel dat het hier niet gaat om een New Age cursus, waarbij het de bedoeling is om de ‘planeet te helen’, maar om een onderzoek dat moet bepalen of ouders schuldig zijn aan kindermishandeling!

Ministerie van Intuïtie

Ik zou de minister wel eens willen zien die wordt aangesteld op een ministerie gebaseerd op zijn of haar intuïtie met betrekking tot bijvoorbeeld Landbouw, Economische zaken, of Defensie. Zelf hecht ik sterk aan de waarde van een goed ontwikkelde zuivere intuïtie, maar ik weiger te aanvaarden dat mensen die in dienst werken van de overheid, deze psychische functie mogen rekenen tot hun professionele instrumentarium. Als dat wel zo word voorgesteld, verlang ik dat diezelfde overheid ook een Commissie van Intuïtie en PSI-vermogens in het leven roept, om exact te bepalen wat wetenschappelijk gezien wél en wat niet onder een zuivere intuïtie mag worden verstaan. Zo zal de raadsonderzoeker bij het aanvragen van een kinderbeschermingsmaatregel bij de kinderrechter, kunnen aantonen dat zijn ‘niet-pluisgevoel’ aan de wettelijke intuïtie-criteria heeft voldaan. We zullen dan kunnen onderscheiden of we te maken hebben een echte intuïtie, of een toevallige emotionele stemming van voorbijgaande aard, die meer met het lelijke weer te maken heeft, familieomstandigheden, vooroordelen, trauma’s, een latente griep of menstruatieproblemen.

‘Een neus voor problemen’

Als we deze intuïtieve lijn volgen, is het misschien ook een idee om een extra ministerie in het leven te roepen; het ministerie van Intuïtie en het Hogere Weten. Of anders op zijn minst een Universiteit voor Intuïtieve Wetenschappen. Mensen die daar zijn afgestudeerd kunnen dan overal in de maatschappij worden ingezet, om op basis van het ‘juiste gevoel’ precies te weten wat er nodig is. Zij kunnen intuïtief bepalen wat de hoogte van ons Bruto Nationaal Product is, de omvang van de staatsschuld of de werkloosheid. Intuïtief kunnen zij bepalen wat de draagkracht zal zijn van een nieuwe brug, zodat er geen eindeloze berekeningen meer nodig zijn om te bepalen of vrachtauto’s er wel veilig overheen kunnen. Intuïtief kunnen zij kerncentrales bedienen of olietankers over de wereldzeeën sturen, landen de oorlog verklaren en de kwaliteit van de ozonlaag bepalen. U vindt dat een gek idee? Toch kan het niet veel gekker zijn dan het kinderen bij hun ouders weg halen op grond van een ‘niet-pluis gevoel’, een ‘neus voor problemen’ en ‘antennes’, in plaats van een op feiten gebaseerd onderzoek. Het enige verschil met de hierboven gegeven voorbeelden is dat de gevolgen daarvan onmiddellijk op een desastreuze manier voor iedereen duidelijk zouden worden. In het geval van een overheid die op ongrondwettelijke manier kinderen onttrekt aan hun ouders blijft de onverantwoordelijke vaagheid van de methode van onderzoek lange tijd onzichtbaar. Het wordt alleen gemerkt door gezinnen die de pech hebben te zijn uitverkoren voor een intuïtief onderzoek.

Rechtse paranoia

Het ‘linkse’ onvermogen om tot een objectieve waardebepaling te komen, is echter niet het enige element dat de problemen bij het AMK en Jeugdzorg veroorzaakt. Ook ‘rechts’ doet een smerige duit in het zakje waar het gaat om de onrechtvaardige behandeling van ouders die worden beschuldigd van kindermishandeling. Het zogenaamde ‘Savanna-effect’ (het hysterisch willekeurig aanmelden van personen bij het AMK, omdat het een paar keer flink is misgegaan in gevallen waar Jeugdzorg te laat ingreep) is een typische uiting van de sterke behoefte aan een veilige maatschappij die rechtse mensen kenmerkt. De schreeuwende krantenkoppen van berichten over in stukken gehakte kinderen in de vriezer, doen de lezers verontwaardigd opspringen en roepen dat het allemaal veel te ‘soft’ is in Nederland. De oplossing die ‘Henk en Ingrid’ daarvoor hebben, is dat er veel sneller ingegrepen zou moeten worden in gezinnen waar iets ‘aan de hand is’. En daar wringt nu juist de schoen. Hoe weten we zo zeker dat er in een bepaald gezin iets aan de hand is? Door steeds verder de definitie van kindermishandeling op te rekken en daarmee de lichte gevallen onnodig zwaar te beoordelen? Kunnen we zo erger voorkomen? De praktijk wijst uit van niet. Ondanks het paranoïde klimaat dat is ontstaan, waarbij iedereen wordt aangemoedigd om zijn buren aan te geven, is het er voor de kinderen nog niet veiliger op geworden.

Tunnelvisie

De reden is eenvoudig voor wie een klein beetje met het AMK, Jeugdzorg en de Raad bekend is. Met de steeds verdergaande maatregelen van de overheid om kindermishandeling zo snel mogelijk te signaleren, zijn we als maatschappij wel steeds meer het idee gaan ontwikkelen dat ‘we er bovenop zitten’, maar in werkelijkheid wordt er geen beter onderzoek verricht. Mensen worden sneller aangemeld wegens vermeende kindermishandeling, en ze krijgen in toenemende mate een rigide behandeling van kinderbeschermers en andere ‘zorgprofessionals’, maar er wordt niet met meer wetenschappelijk verantwoorde methoden gewerkt, om het daadwerkelijke kindermisbruik of mishandeling beter te kunnen opsporen. Het ‘klimaat’ en daarmee de rechtspositie van ouders die onterecht in de beschuldigde hoek zijn gedrongen wordt er wel een stuk slechter op. In een mailwisseling met beleidsadviseur voor AMK  en Jeugdzorg Adri van Montfoort op deze weblog, wijst hij er op dat het bij het wel of niet schuldig bevinden van ouders aan kindermishandeling, vooral mis gaat aan het begin van het onderzoekstraject. Het eerste idee van schuld of onschuld kan moeilijk worden losgelaten. Deze tunnelvisie is het werkelijke probleem bij het opsporen van de echte Savanna-gevallen. Meer mensen verdacht maken en onder het regime stellen van Jeugdzorg zal de extreme gevallen van kindermishandeling niet kunnen voorkomen.

Middel erger dan de kwaal

Wat er in de overheidscampagnes tegen kindermishandeling niet bij verteld wordt, is dat het aanmelden van een gezin dat u verdacht vind, ook wanneer er niets ernstigs aan de hand is vaak niet zonder gevolgen blijft. Het credo ‘als je niets te verbergen hebt, hoef je niets te vrezen’ heb ik sinds mijn eigen ervaringen met het AMK volledig los gelaten. En met mij duizenden ouders, die in onderzoeksrapporten van kinderbeschermingsorganisaties dingen tegenkomen die zo suggestief en lasterlijk zijn, dat het lijkt of het over een geheel ander gezin gaat. Er wordt in de kinderbescherming gewerkt met een omgekeerde focus. Er hoeft niet bewezen te worden dat de ouders het kind daadwerkelijk mishandelen. Het is reeds voldoende als onderzoekers de vrees hebben dat de veiligheid van het kind niet kan worden gegarandeerd. Mishandeling hoeft objectief niet te worden aangetoond. De vermoedens van mishandeling zijn genoeg. Als ouders die vals beschuldigd worden van kindermishandeling emotioneel worden over het onrecht dat hen wordt aangedaan, ontstaat bij de onderzoekers al gauw het ‘vermoeden’ van psychische problemen. Let op! Ze beweren dit niet, ze vermoeden het. Zonder psychiatrisch onderzoek mogen er natuurlijk geen harde uitspraken over worden gedaan, maar de suggestie is voor de kinderrechter vaak voldoende. Gezinnen worden onder curatele gesteld en kinderen worden uit huis geplaatst, op basis van meningen en vermoedens. Het doen van een zorgmelding is dus zeker geen neutrale handeling, waar u het kind alleen maar goed mee doet. Een heel gezin kan er door verscheurd worden. Maar dat weten de verontwaardigde krantenlezers niet, die onbedoeld met hun roep om hardere maatregelen, een beweging in gang zetten waar ze op een dag zelf misschien nog wel het slachtoffer van kunnen worden met hun gezin.

Hulp bieden

Wat ik mensen die werkzaam zijn in de kinderbescherming zou willen aanraden, is dat ze zich niet voortdurend onder druk laten zetten door een overheid die zich laat leiden door massahysterie. Ze moeten niet vergeten dat een belangrijk deel van hun werk uit ‘zorg’ bestaat. Hulp bieden aan ouders en kinderen. De groeiende trend van beschuldigen en verdacht maken moet worden gekeerd, want hoeveel Jeugdzorg ook meegaat in steeds dwingender opsporingsmethoden die ze van overheidswege word opgedrongen, bij elk volgend geval Savanna zijn ze gewoon weer de gebeten hond. Voor de op sensatie beluste menigte is het toch nooit goed genoeg. Met de slaafse volgzaamheid aan de illusie van een volledig veilige wereld, verliest zij alleen maar meer van haar eigenwaarde. De menselijkheid verdwijnt, de betrokkenheid en de empathie. Ben je dan trots op jezelf, als sociaal mens? Zolang de zorgsector zich in toenemende mate laat gijzelen door de veiligheidsdictatuur, blijft zij de emmers rotzooi over zich heen krijgen.

http://www.verwijsindex.tv/

Damschreeuwer

Het totaal uitsluiten van de extreme gevallen is een utopie en de hyperalerte houding die iedereen nu aanneemt betreffende de veiligheid van kinderen, doet denken aan de gebeurtenis op de Dam tijdens de herdenkingsplechtigheid van 2010. Een schreeuwende gek, veroorzaakte een golf van paniek waarbij veel mensen onder de voet werden gelopen. Achteraf gezien ging het helemaal niet om een terroristische aanslag, maar de gebroken armen en benen waren er niet minder om. We kunnen wel roepen dat het veiliger moet worden, maar het is ook raadzaam om te kijken of de middelen die we daarvoor aanwenden ook het gewenste effect hebben. De mensen die de veiligheid van de kinderen zo hoog in het vaandel hebben, zouden zich wel eens wat meer rekenschap mogen geven over met welke preventiemiddelen de overheid probeert om die veiligheid te bevorderen. Weten ze dat de vermoedens van mishandeling die straks door iedere zorgprofessional mogen worden aangeleverd en die ook door iedereen kunnen worden ingezien, verkregen zijn middels een systeem dat volkomen subjectief en irrationeel is? Waarschijnlijk niet.

En dat is toch wel wat je van een gezonde rechtse mentaliteit zou mogen verwachten: de eis dat er degelijk onderzoek wordt verricht naar de feiten van een zaak. Maar dat is het probleem met de massahysterie. We roepen allemaal dat er iets moet gebeuren tegen het gevaar en we maken elkaar daarmee steeds banger, en uiteindelijk is iedereen verdacht. ‘Rechts’ zijn betekent tegenwoordig niet meer dat je nadenkt, maar dat je gewoon overal de hele dag gevaren ziet. Bang voor de moslims, voor Polen, voor de economische recessie, voor pedofielen en natuurlijk voor een volgende Savanna. We geven vanuit onze angst de overheid volmachten die op een dag onze eigen rechtspositie zover zullen ondermijnen, dat wanneer het onrecht onszelf treft, we op geen enkele buurman of collega meer hoeven te rekenen. Het systeem heeft dan iedereen in de greep en protesteren heeft geen zin meer. Over veiligheid gesproken…

First they came for the communists, and I didn’t speak out
Because I wasn’t a communist.

Then they came for the unionists and I didn’t speak out
Because I  wasn’t a trade unionist.

Then they came for the Jews and I didn’t speak out
Because I  wasn’t a Jew.

Then they came for me and there was no one left to speak out for me.

Martin Niemöller (1892-1942)

Sven Snijer
http://jeugdzorg-darkhorse.blogspot.com/

This entry was posted in 2012, Andersdenkenden, Behandeling, Bewustzijn, Deskundigen, dwangbehandeling, Heersende normen, jeugdzorg, Kinderen, Maatschappij, Onderzoek, Ouders, Persoonlijke ontwikkeling, Rechtspraak, Verwaarlozing, Ziektebeelden and tagged , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.