Jezelf vergeten

Apenkooi

De momenten waarbij ik ergens helemaal in opga, met overgave ergens mee bezig ben, houd ik me zelden bezig met hoe ik overkom op anderen. Er is zelfs geen ‘ik’, ik ben onderdeel van een geheel. Het maakt dan ook niet meer uit wat anderen van mij vinden, omdat er geen onderscheid is tussen ‘ik’ en de ‘ander’.
Op die momenten voel ik me ook niet ‘de schrijver’, maar slechts een instrument om kennis en inzichten over te brengen die er al zijn.

Iemands vreugde kan mijn eigen vreugde zijn, iemand leed kan mijn eigen leed zijn. Ook jonge kinderen die in een liefdevolle omgeving opgroeien (en niet steeds bang hoeven te zijn om die liefde kwijt te raken of in de steek gelaten te worden), staan onbevangen in de wereld. Hun drang om de omgeving te onderzoeken en iets te ontdekken, wordt niet beknot door angst om fouten te maken of ‘af’ te gaan. Faalangst komt in eerste instantie voort vanuit oordelen.

Ons zelfbeeld komt vaak voort uit het ‘ego’ en houdt ons gevangen binnen kaders.
‘Dit is niets voor mij’, ‘Dat kan ik toch helemaal niet’, ‘Zo ben ik nu eenmaal’, ‘Sporten is niets voor mij’, ‘Ik kan niet zingen’.
Meer dan eens heb ik me afgevraagd: Als het lukt om mijn ego buitenspel te zetten, verdwijnen dan ook de blinde vlekken en de gebreken? Zou de mist optrekken, waardoor er mogelijkheden zichtbaar worden waar ik nog nooit op ben gekomen? Welke krachten en inzichten zullen vrij komen? Misschien zou mijn doen en laten dan op natuurlijke wijze verlopen en blokkeer ik niet steeds.

Mensen kunnen letterlijk blind zijn voor hun eigen gebreken.
Wanneer ik niet leef vanuit ijdelheid en hechting en ik zo helder mogelijk waarneem, zie ik mijn eigen vergissingen en fouten veel duidelijker in, waardoor er inzichten komen. Ik veroordeel mezelf op die momenten ook niet om mijn fouten, maar zie het als kans om iets te leren en mezelf bij te sturen.
Ik kan mijn handelen dan ook eerder bijstellen en hoef mezelf niet te beschermen tegen nieuwe informatie. Waar ik mee bezig ben krijgt zo juist meer waarde, omdat ik bereid ben veranderingen aan te brengen aan mijn creaties, iets in twijfel te trekken, zonder verstrikt te raken in een hang naar perfectie. Ik blijf het geheel zien. Zowel de kwaliteit als de zwakke plekken.

Een kunstenaar die opgaat in zijn creatie, is zichzelf vergeten. Iemand die in de gracht springt om een drenkeling te redden of een medemens uit een brandende auto bevrijdt, met gevaar voor eigen leven, ook. Voor hen is er geen grens meer tussen zichzelf en hun medemens.

Bijna allemaal kennen we wel het voorbeeld: Een kind dat opgaat in z’n spel of ontdekkingen. Blij voor iemand zijn alsof het om jezelf gaat. Ons onderdeel voelt van de natuur, het grotere geheel.
Het zijn de momenten waarop we open en onbevangen zijn. We ervaren het leven ten volle.
Helaas is het moment vaak snel weer voorbij en worden we ons weer bewust van het ‘ik’. We gaan weer over op de orde van de dag.
We willen ons misschien weer laten gelden, erbij horen, we handelen weer vanuit het ‘ego’. We vragen ons af of een ander het beter heeft, meer voor elkaar heeft, we zijn bezorgd of we ‘het’ wel goed doen.

Het zit in onze natuur om iets te willen betekenen, ertoe te doen, om bezig te kunnen zijn met zinvolle activiteiten en er te mogen zijn. Het wordt pas ongezond als de behoefte aan liefde en waardering onze intrensieke drijfveren kaapt.

Bijna iedereen leeft en kijkt vanuit zijn eigen werkelijkheid, bijna niemand ziet de wereld zoals het is. Onzekere mensen betrekken bijna alles op zichzelf. Arrogante mensen (wat doorgaans verkapte onzekerheid is), leggen juist alles neer bij hun omgeving. De eerste groep heeft een laag zelfbeeld, de tweede lijdt aan chronische zelfoverschatting en ziet dit zelf niet in.
Beiden kunnen hun eigen vergissingen en gebreken niet verdragen. ‘Kleine ego’s’ tobben zich suf over of ze iets verkeerds doen, oninteressant, dom of lelijk zijn. ‘Grote ego’s’ ontkennen hun eigen onzekerheid en onvermogen gewoon.

Ook werkelijk betrokken mensen die respect oogsten, kunnen afgedwaald raken van waar het hen eigenlijk om ging. Hun aandacht verschuift van de ‘goede zaak’ naar hun hang naar erkenning, want dat voelt toch wel lekker. Hun aanvankelijke bezieling en idealen veranderen in een egotrip.
Voor dit fenomeen lijkt alleen ons ego overstijgen, een remedie. Ons ego kunnen loslaten en leven vanuit essentie, zonder eigenbelangen.
Volgens sommigen is dit verlichting.
Maar zelfs mensen die menen verlicht te zijn, zijn het zelden. Intussen vinden ze zichzelf speciaal en ver boven hun medemens verheven. Een werkelijk verlicht iemand is daar helemaal niet mee bezig, zichzelf een hoger bewustzijn toekennen dan de mensen om zich heen.
Juist één zijn met het grotere geheel is een kenmerk van verlichting. Voor een ander net zo goed een gelukkig leven willen als voor jezelf. Als je al kunt spreken van jezelf en een ander.

Wanneer komt het beste van jezélf naar boven? Ben je werkelijk liefdevol, ontwapenend, bevlogen, geestig of wijs? Bijna altijd wanneer je opgaat in het moment of in wat je doet of uitdraagt. Als je niet met jezelf bezig bent en welke indruk je maakt op anderen.
Ook om iets te bereiken, kan je aandacht het beste uitgaan naar het doel of de essentie en niet naar hoe je overkomt. Dan ben je krachtig en overtuigend, zonder vertoon of dominantie. De bezieling kan werken als een magneet, zonder dat je jezelf hoeft te ‘verkopen’.

Om jezelf te kunnen zijn, is het nodig om jezelf te kunnen vergeten.

This entry was posted in Andersdenkenden, Bewustzijn, crisis, Dromen, Gezondheid, Maatschappij, Natuur, Persoonlijke ontwikkeling and tagged , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.