De reden dat ik deze website ben begonnen, is dat kinderen vaak worden behandeld alsof ze niets waard zijn. Dan heb ik het niet eens over de excessen, maar een opvoeding die gewoon wordt gevonden.
Het begint vaak al na de geboorte. Er zijn nog steeds deskundigen die adviseren om zuigelingen in hun eentje in slaap te laten vallen. Op die manier worden ouders en kinderen van elkaar vervreemd, omdat ouders het afleren de signalen van hun baby serieus te nemen. De baby ligt in een apart kamertje, terwijl bij apen de baby’s dicht bij de moeder zijn. Als mensen hebben we ons boven de natuur geplaatst. Baby’s passen niet in ons systeem. Omdat ze zich in de steek gelaten voelen als ze geïsoleerd zijn, huilen ze. Maar dat wordt geïnterpreteerd als negatief gedrag dat je niet moet belonen. Het kind leren wie de baas is, nemen we wel erg letterlijk. Daarmee gaan we voorbij aan de angst en behoefte aan nabijheid. Voor zichzelf zorgen of zichzelf troosten kan de baby niet, het kan alleen maar huilen.
Kinderen kunnen vaak goed aangeven hoe ze zich voelen. Ouders maken zich zorgen om alles wat mis kan gaan, maar als een kind signalen geeft, kijkt de ouder de andere kant uit.
Baby’s van enkele maanden worden vaak al in een wandelwagen vervoerd. In een zittende houding gedwongen en met de rug naar de ouder toe. Verbinding is er vaak niet, ouder is met zijn of haar gevoel niet bij het kind. Is het kind stil, wordt het over het hoofd gezien, behandeld als een voorwerp. Probeert het aandacht te trekken, negeert de ouder dat ‘lastige’ gedrag vaak, of doet streng en afwijzend. Doet niet de moeite het kind te begrijpen. Op een positieve manier aandacht trekken is haast onmogelijk. Het kind kan je niet aankijken en dus ook niet naar je lachen. Juist baby’s hebben de meeste behoefte aan verbondenheid. En juist zij worden van de ouder afgehouden.
Kinderen die allang kunnen lopen, zitten vaak ook een uur of twee uur per dag in een buggy. Het kind zelf laten lopen is zo’n gedoe. Je kunt toch niets, is de indirecte boodschap. Afwijzing na afwijzing volgt. We gaan uit van wat het kind verkeerd doet, wat het goed doet zien we als vanzelfsprekend. Vaak komt het voor dat iemand een leuk en makkelijk kind heeft, dat groeit en bloeit. Maar met een lastige eigenschap. Is bijv laat zindelijk. Er waar gaat de meeste aandacht naar toe? Juist, naar het zindelijk moeten worden. Het mooie aan het kind wordt onderbelicht, waardoor kind een laag, vervormd zelfbeeld krijgt. Het bloeit niet meer.
Is een kind lastig is, krijgt het vaak te horen: Doe eens normaal! Of: Je bent vervelend. Een aanval op de persoon vanwege iets relatief kleins. Vaak beseft het kind niet waar het over gaat. Het gaat denken dat het gewoon een rotjoch of rotmeid is. Dat het kind het grootste gedeelte van de dag gezellig is, valt niet eens op. Dan heb ik het nog niet eens over gedrag van een kind dat objectief niet verkeerd is. Bijv een kind dat bewegelijk is, is algauw druk en lastig. Terwijl je het ook actief en ondernemend kunt noemen. De werkelijke reden van de irritatie van een volwassene kan zijn: behoefte hebben aan stilte en niets aan het hoofd willen hebben.
Op school is het nog moeilijker. Uren per dag stilzitten en precies de taken uitvoeren die voor je zijn bedacht. De resultaten moeten wel meetbaar zijn. Saaie, kunstmatige rijen met sommen of woorden, terwijl een kind van oorsprong leert door te doen. Van nature zijn kinderen impulsief, bewegelijk en nieuwsgierig. Tegen die eigenschappen moeten ze de hele tijd vechten. Hun nieuwsgierigheid wordt uitgevlakt, afgestompt. Zelf iets ontdekken is er niet bij, tot in de details wordt bepaald hoe je moet leren. Geen verrijking, maar verarming. De geest verliest flexibiliteit. Waar een individueel kind echt goed in is, komt niet tot bloei. Iedereen moet ook even snel zijn. Wie het niet bijhoudt, moet dit tijdens vrije tijd inhalen. Het verschilt nauwelijks van dwangarbeid. Overtreedt een kind een regel, of kan het de druk of de starre structuur niet aan, heeft het een probleem. Moeilijk gedrag kan een leerkracht niet hebben, die al 29 andere kinderen moet drillen. Dus die drukt het de kop in, waardoor de spanning alleen maar groter wordt. Kinderen reageren verschillend. Sommige worden volgzaam en doen alles zonder er plezier aan te hebben. Anderen reageren op spanning, met agressief, brutaal gedrag. Het gevolg: een machtsstrijd zonder einde en met veel emotionele schade. Zo zijn er nog talloze variaties te bedenken.
Veel kinderen willen wel gehoorzaam en lief zijn, maar krijgen het niet voor elkaar. Veel ‘kleine monsters’ zijn in wezen gevoelig en begaan met anderen.
Huilen valt vaak onder aanstellen. Hoe vaak krijgt een kind niet te horen: “Droog je tranen, zo erg is het toch niet?” Opvallend is, hoe strenger iemand een kind zegt op te houden, hoe onbedaarlijker het huilen wordt. Enig idee hoe dat komt? Misschien door de pijn van het niet geaccepteerd worden, op een moment dat je je toch al ellendig voelt. Misschien klinkt dit sentimenteel, maar ga zelf eens na waar je behoefte aan hebt, als je overstuur bent. Daarbij hebben die emoties toch een uitweg nodig. Als die afgesloten is, neemt de druk toe.
De kwetsbaarheid van de puberteit, tussen kind en volwassene in schommelen. Deze periode is er een van verandering, zowel fysiek als mentaal. Het lichaam krijgt volwassen vormen en ook door hormonen herkent iemand zichzelf vaak niet terug. Allemaal heel cliché, maar in de praktijk gaan we hier toch vaak aan voorbij. Aan de ene kant streven de meeste pubers naar meer zelfstandigheid, tegelijk zijn ze onzeker. Dat laatste willen ze natuurlijk niet horen.
Vaak zijn er hevige stemmingswisselingen, depressies liggen op de loer. Het zelfbewustzijn is pijnlijk sterk nu. De druk van buitenaf om ‘erbij te horen’ en te presteren draagt daar aan bij. Emotionele problemen worden vaak niet (h)erkend. Een tiener die lusteloos op de bank ligt, moet gevit in ontvangst nemen. Op school is het vaak: “Lesboek openslaan en beginnen”. Psychische problemen als depressies, angststoornissen en anorexia zien we over het hoofd. Veel problemen komen voort uit het ontbreken van een luisterend oor. Iemand bij wie ze terecht kunnen, die ze vertrouwen.
Zoals ik dit alles schets gaat het lang niet altijd. Maar uitzonderlijk kun je het ook niet noemen.
Sarah Morton. Redactie.
Comments are closed.