Uit De duisternis voorbij

Megan’s multicom gaat. Het gezicht van Mattia verbaast haar. Hij ziet er zenuwachtig uit en hij belt haar zelden. Meestal halen ze elkaar van school.
“Ik weet waar de verzetsleider is”, fluistert hij.
“Wie?” schreeuwt ze.
“Ik ben ook even zijn naam kwijt”, zegt Mattia ironisch.
“Waar is hij dan?!” roept Megan.
“In een dwangarbeiderskamp”, zegt Mattia dof.
“Welke?” roept Megan.
“Ik laat het je zien”, zegt Mattia geheimzinnig.
Om Megan heen begint alles te draaien.
Ze staat tegen de muur, met een donkere, gefronste blik, gevangen in ontzetting. Ze kan niets doen. Waar blijft Connor? Mama en papa? Zou ze stilletjes de Duistere Zone in gaan? Niemand let op haar. De leider schijnt haar niet eens te hebben opgemerkt. Waarom zou hij ook? Megan kan niet meer uithalen dan een hinderlijk insect. Ze is één geworden met de bomen, de lucht en de grond. Onzichtbaar zijn is goed. Het betekent met rust gelaten worden. Waarom weet niemand dat?
Een schreeuw die de lucht open scheurt. Het is niet van Connor afkomstig, hij is niet tot wat dan ook in staat. Het was Alan. Nooit eerder heeft hij zo’n geluid gemaakt.
“Connor, nee! Alsjeblieft! Laat hem! Ik doe alles wat je wilt! Laat Connor met rust!”
“Je bent gek!” roept ze. “Ik ben eerder bij het WPC geweest.”
“Weet ik, ik ook”, zegt Mattia laconiek.
Megan valt uit: “Wilde je er binnen wandelen en onze verzetsleider ophalen?”
“Niet precies. Ik weet wat er is gebeurd. Met jou, Connor, je ouders en Alan. Maar zo zal het niet gaan.”
“Heb je een glazen bol, Mattia?”
“Van twee kinderen kijken ze niet op. Het zal lijken dat we bij het WPC horen en gewoon kattenkwaad uithalen. Als we niet teveel ons best doen om ongezien te blijven. Snap je? Als er een volwassene bij is, gaat het fout.”
“Mijn broer gaat mee”, eist Megan.
“Dat valt teveel op. Hij is al bekend binnen het WPC”, weet Mattia. Voor zijn twaalf jaar klinkt hij streng.
“Ik ook”, piept Megan.
“Ze herkennen je niet eens meer”, lacht Mattia zowaar.
“Je ouders praten met het WPC, heb ik gehoord. Is dat waar?” stelt Megan hem op de proef.
“Zo weet ik waar de verzetsleider is. Dit hebben ze ergens opgevangen. Ga je mee, of niet? Ik kan ook alleen gaan”, daagt Mattia uit.
“Dat doe je niet! Goed, jij wint”, zegt Megan verhit. “Maar hoe wil je er binnen komen?”
“Ik vraag vriendelijk of ik mag rondkijken. Ze zullen er niets van denken.”
“En hoe kom je eruit? Met Finn, bedoel ik.”


Auteur: Sarah Morton
Titel: De duisternis voorbij
Uitgeverij: Artscience
ISBN: 978-90-817533-1-9
Verkrijgbaar: Boekenroute.nl

 

 

 

 

 

 

This entry was posted in Actueel, Andersdenkenden, Bewustzijn, Kinderen, Maatschappij and tagged , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.