Wat gebruikelijk is en wat natuurlijk en gezond is, zijn twee verschillende zaken.
Het is de norm om 40 uur (of meer) per week te werken, maar is het ook nodig?
Overwerken en taken mee naar huis nemen, leren we al vanaf kinds af aan. Denk maar aan huiswerk.
In veel mindere mate leren we om voor onszelf te zorgen.
Ook de gedachte ‘Om iets te bereiken moet ik veel uren maken’ is hardnekkig.
We worden overladen met taken en verplichtingen en rennen achter dringende maar vaak onbeduidende zaken aan.
Hoe anders kan het zijn als we ons realiseren wat er echt toe doet en wat onszelf of de maatschappij verder brengt.
We kunnen best van het ‘goede leven genieten’, zonder 40, 50 of 60 uur per week voor geld te werken.
Veel mensen lopen vast in hun baan. 10% van de werknemers voelt zich opgebrand. Ze zitten vast in een situatie die tegen hun behoeften ingaat. Het tempo ligt hoger dan goed voor hen is. Er is teveel of juist te weinig uitdaging.
Mensen moeten werken op een manier die tegen hun waarden en gevoel ingaat. Kleuterjuffen moeten kinderen al onder druk zetten om te presteren. Vierjarigen moeten al leren rekenen en schrijven. Van bovenaf bepaalt men wat er op school moet gebeuren.
De juffen en meesters moeten het beleid uitvoeren en de kinderen moeten het ondergaan.
Veel mensen geven om kinderen en voelen zich betrokken. Zij willen hen helpen hun natuur te volgen en iets te leren waar ze echt iets aan hebben. In het huidige onderwijssysteem kunnen veel kinderen en volwassenen niet tot hun recht komen.
Tegelijk raken steeds meer mensen werkeloos en zitten gedeprimeerd thuis. Ook het aantal ‘arbeidsongeschikten’ neemt toe. Vaak voelen zij zich langs de zijlijn staan, al zijn er ook mensen die hun leven zin weten te geven en het een andere wending geven.
Hoeveel is genoeg?
Het gros van de mensen is ver verwijderd van hun natuur. Het huidige sociale stelsel (o.a arbeidsinzet) is daar, evenals het reguliere onderwijs de grootste veroorzaker van. Natuurlijk zijn er ook scholen en banen waar mensen wel tot hun recht komen. Toch lijken steeds meer kinderen en volwassenen psychische problemen te hebben.
We moeten af van de slavenmentaliteit. Dan kunnen we doen waarvoor we gemaakt zijn.
Minder afhankelijk worden van een salaris geeft vrijheid en ruimte. Wie 2500 euro per maand nodig heeft om zijn levensstandaard te bekostigen, heeft een goed betaalde voltijdse baan nodig. Wie het soberder houdt en met 1000 euro toe kan, hoeft veel minder uren te werken en heeft meer keuze in wat hij doet.
Hoe minder geld we nodig hebben, hoe flexibeler en vrijer we zijn.
Er is niet veel nodig om gezond en gelukkig te zijn.
Het is wat Iwanjka Geerdink de ‘Iconomy’ noemt die ons ontevreden maakt. Reclame, status, mensen die zichzelf met anderen vergelijken, haast, stress, egoïsme.
We krijgen het gevoel tekort te komen en iets te missen. We gaan ons geluk buiten onszelf zoeken.
Wanneer we minder nodig hebben en dus minder uren hoeven te werken, is er ook meer tijd voor zelfontwikkeling, een andere taal leren, boeken lezen, de natuur in of een doel verwezenlijken.
We kunnen meer tijd doorbrengen met onze geliefden, wat ons gelukkig maakt.
Jonge kinderen hebben hun ouders om zich heen.
Ook gezond eten kan betaalbaar zijn. Niet commercieel gezond, maar vers en eenvoudig.
veel groenten, fruit, peulvruchten, noten, zaden, volkoren producten (zilvervliesrijst, volkorenbrood etc).
Zelf koken is een stuk voordeliger, gezonder en smakelijker dan bewerkte producten uit de fabriek.
Zelf haal ik een deel van mijn boodschappen op de markt. Dat scheelt vaak de helft van de prijs.
Ook boodschappen direct bij een boerderij halen is voordeliger.
Nog een stap verder is zelfvoorzienend leven. Eigen groenten en fruit telen, kippen in de tuin, zelf energie wekken.
Ook in de natuur groeien eetbare gewassen. Het is zinvol om ons in kruiden, planten en bloemen te verdiepen.
Mensen hebben een aantal basisbehoeften: een woning, gezond voedsel, schoon water, rust, beweging en liefde.
Het is onze verantwoordelijkheid om elkaar daar in te voorzien. Als we de taken evenredig verdelen onder de mensen die in staat en in de gelegenheid zijn om werk te verrichten, hebben we al veel bereikt. Daar tegenover zou een basisinkomen kunnen staan.
Mensen die echt niet kunnen werken, worden ontzien. Bijna iedereen kan wel iets, soms met de nodige aanpassingen.
Ook ouders van jonge kinderen (onder de schoolleeftijd) zouden thuis moeten kunnen blijven, zodat ze zelf voor hun kinderen kunnen zorgen. Bij bepaalde activiteiten kunnen de kinderen ook mee. In de natuur is er geen kunstmatige scheiding tussen werk en kinderzorg. Een jong aapje houdt zich aan de moeder vast, terwijl zij bezig is met voedsel verzamelen of andere taken.
Ook kinderen kunnen deelnemen aan het dagelijkse leven. Voor hen is dat een waardevolle ervaring.
Ook het onderwijs zou meer rekening kunnen houden met de natuur van kinderen. Kinderen leren vooral als de lesstof aansluit bij hun leefwereld. Ook imiteren ze de bezigheden van oudere kinderen en volwasssenen. Zo maken ze zich vaardigheden eigen.
Er zijn ook al scholen die kinderen in aanraking brengen met het echte leven. De natuur in en kinderen de wereld laten ontdekken, in plaats alleen leren uit boekjes.
Zo had ik als kind een hekel aan topografie. Ik kon het niet opbrengen om ermee bezig te zijn. Nu ik zelfstandig reis, krijg ik een beter overzicht van de steden in Nederland en hoe ze zich geografisch tot elkaar verhouden.
Mensen leren door ervaring en door iets te doen.
De basisstof als lezen, rekenen en schrijven, daar beleef ik veel plezier aan. Ook had ik een lerares die van boeken hield en spannend kon voorlezen. Ze nam me mee in het verhaal en ieder personage kreeg een eigen stem.
Juist de sociale ongelijkheid heeft geleid tot problemen, zoals armoede, agressie en elkaar het licht in de ogen niet gunnen. Competitie maakt de meeste mensen niet vindingrijker en creatiever. Ze gaan overleven en zijn bang om tekort te komen.
Een gezonde samenleving suggereert ook:
Minder productie, zoals commerciële vulling (tussendoortjes, drinkjes), plastic speelgoed en wegwerpartikelen.
Spullen duurzamer maken, zodat ze langer meegaan. Het liefst een heel mensenleven.
Nemen wat we nodig hebben. We hoeven niet helemaal minimalistisch te gaan leven, maar we kunnen bedenken wat ons nu echt gelukkig maakt.
Welzijn in plaats van welvaart.
Op die manier zijn er lang niet zoveel uren nodig om de maatschappij draaiende te houden.
Ons streven naar comfort en welvaart maakt ons leven juist moeilijker, terwijl eenvoud en ergens moeite voor willen doen het leven leuker en makkelijker maakt.
Wie bijvoorbeeld standaard in de auto stapt en weinig beweegt, voelt zich op den duur minder fit.
Wie veel wandelt of fietst, heeft daar op den duur plezier van en heeft (over het algemeen) een betere gezondheid.
Ook werk waarvan je houdt, draagt bij aan een gelukkiger leven. Met tegenzin iets doen kan alle energie uit je lichaam zuigen.
Misschien denk je: ‘In deze crisistijd kan ik het me niet veroorloven om wensen te hebben. Waar haal ik de arrogantie vandaan om te vinden dat een baan bij me moet passen en ik er anders hartelijk voor bedank?’
Toch kan het juist positief uitpakken om te weten wat je gelukkig maakt en wat bij je past. Je zoekt dan ook doelgerichter.
Veel mensen hebben een baan waar ze geen voldoening meer uit halen. Uit angst voor de crisis blijven ze ‘veilig’ zitten. Een burn-out kan het eindresultaat zijn.
Begin je bij je eigen interesses, talenten en waarden, dan kun je daar vanuit inspiratie krijgen en een baan vinden die je gelukkig maakt. Vaak is het een kwestie van omdenken.
Wanneer je van je werk houdt, kun je ook veel meer energie en enthousiasme genereren. Voor de maatschappij ben je meer waard dan als je tegen je werk opziet.
Om de maatschappij draaiende te houden, is geen 40 uur inzet per week nodig. Deeltijdwerken suggereert ook dat er meer plek is.
Dan is er ook meer tijd om te sporten, wandelen, boodschappen te doen, verse maaltijden te koken en eventueel zelf groenten en fruit te kweken. Dit draagt bij aan milieuvriendelijk leven.
Ook is er meer tijd voor kinderen. Om samen te praten, plezier te maken en te spelen. Om hen te begeleiden bij de problemen en frustraties die ze tegenkomen. Voor kinderen is het dagelijks leven nog een ontdekkingsreis. Ze maken ons (volwassenen) bewust van de directe omgeving. Kinderen staan letterlijk nog stil bij zaken waar wij aan voorbijgaan. Een paddenstoel, een mooie bloem, een vlinder, een regenboog of beekje. Dit kost tijd en maakt het leven ook waardevoller.
Door het goede voorbeeld te geven, lukt het misschien ook om andere mensen enthousiast te maken.
Zij zien iemand die zijn eigen weg gaat.
Iwanjka, een vriend van mij werkte in het bankwezen. Door een combinatie van omstandigheden liep hij volledig vast. Na een mislukte suïcidepoging kreeg hij heldere inzichten en gaf zijn leven een compleet andere wending.
Nu heeft hij veel minder geld en is vrijer en gelukkiger dan ooit, naar zijn eigen zeggen.
(Zijn verhaal is de lezen in: ‘Diagnose Levensklem’.
Iwanjka Geerdink, ISBN: 978-90-815775-1-9)
Links: Een pleidooi voor een beetje ongelukkig zijn: www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1356595#0
Hoeveel is genoeg: www.nieuwsuur.nl/video/489478-hoeveel-is-genoeg.html
Laat kleuters weer spelen: www.odenow.nl/laat-kleuters-weer-gewoon-spelen/
Zo word je minder afhankelijk van je salaris: www.sochicken.nl/onafhankelijk
www.ahealthylife.nl/75-tips-om-betaalbaar-biologisch-te-eten/
www.boublog.nl/27/04/2012/sociale-ongelijkheid-en-economische-instabiliteit/
Comments are closed.