Reflectie op Annie

Mijn redacteur, Gerbrand Muller, bracht het boek Annie onder mijn aandacht. Over een moeder en haar zoontje in de greep van de bezetting en de vervolging van de Joden. Gerbrand wilde graag dat ik dit boek las, omdat ik zelf bezig ben met een roman die zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog.

Ik zag een beetje op tegen het lezen van dit boek. Het is in briefvorm uitgebracht, daardoor verwachtte ik voortdurend de rode draad kwijt te zullen raken. maar er zit wel degelijk een rode draad in het verhaal, die is zelfs erg duidelijk. Behulpzaam is ook dat de brieven worden afgewisseld met historische achtergrondinformatie.

Het eerste deel betreft een periode voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Brieven geschreven door Daniël, de vader van de auteur, aan Annie, zijn moeder. In 1937 zijn zij getrouwd. Nog voordat hun zoon geboren werd, kwam Daniël om bij een auto-ongeluk en werd Annie plotseling weduwe. Het begin van een reeks klappen die zij te verduren zou krijgen.

Het volgende deel bestaat uit brieven geschreven door Annie aan familie. Ik kon me in Annie veel makkelijker verplaatsen dan in haar man Daniël. Zij was alert en had goed door wat er aan de hand was. Ik voel met haar een grote verwantschap. De spanningen in Daniël zijn ouderlijk huis (die in zijn brieven naar voren komen), kon ik wel goed invoelen.
Het zoontje (de auteur van dit boek) is vernoemd naar zijn vader: Daniël.

In dit boek wordt opnieuw duidelijk dat de ‘zuiveringsacties’ van de Duitse bezetter nooit zo succesvol zouden zijn geweest zonder de rol van de Nederlandse politie, dienders die ook wel bekend stonden als ‘Jodenjagers’. Weliswaar waren er dienders die weigerden om onschuldige mensen op te pakken, maar dat waren uitzonderingen.

De dreiging om uit huis te worden weggevoerd, maakte voor veel mensen deel uit van het dagelijks leven. Zo ook voor Annie, die haar hoofd koel moest zien te houden in een steeds vijandiger wereld. Dan weer moest ze bijvoorbeeld op het nippertje andere woonruimte vinden, dan weer proberen de nodige papieren te regelen. En voor dat alles lopend grote afstanden afleggen, want Joden mochten geen gebruik maken van de tram.

Naast dat ze moest zien te overleven had ze de verantwoordelijkheid voor een jong kind. Geen geringe opgave om in deze omstandigheden voor een kind te zorgen. Annie had overigens een goede kijk op wat een baby/jong kind nodig heeft, zoals rust uitstralen en hem de ruimte geven om zich zo vrij mogelijk te bewegen. Ze heeft zich ingezet om hem een zo gewoon mogelijke jeugd te geven.

Kleine Daan was er getuige van hoe zijn opa Paul in oktober 1942 uit zijn huis werd gehaald door brullende en schreeuwende leden van een groep van de Nederlandse politie, allen NSB-ers. Hij heeft zijn opa nooit meer teruggezien. Ik heb er respect voor hoe Paul zijn waardigheid wist te bewaren en voor zijn Taoïstische levenshouding, die tot uiting komt in de laatste woorden die hij tegen zijn kleinzoon sprak: ‘Ik ga een grote reis maken.’
Daan was op zijn grootvader gesteld. Zij hadden onderling een sterke band.

Annie weet zich nog anderhalf jaar te redden samen met haar zoontje, totdat, nog maar kort voor de bevrijding, het net zich ook om haar sluit. Daniël werd abrupt van zijn moeder gescheiden en heeft haar nooit meer teruggezien.

Daniël (toen zes jaar) kwam terecht in een gezin dat bevriend was met Annie en waar hij werd opgenomen als een eigen kind. Dit had Annie nog kunnen regelen. Vanwege hun eigen barre ervaringen zwegen deze mensen over de oorlogsjaren als het graf, met het gevolg dat ook Daniëls jongste jaren met zijn moeder nooit meer ter sprake kwamen.

Dat dit alles zijn sporen bij Daniël heeft nagelaten laat zich raden. Gedurende zijn verdere leven zaten de herinneringen aan zijn eerste levensjaren bij wijze van spreken achter slot en grendel. Pas over de zestig ging hij in therapie, nadat hij zijn carrière als violist had afgesloten. De therapiesessies, schrijft hij aan het slot van zijn boek, brachten ‘mij gaandeweg helder inzicht in de gevoelswereld van mijn eerste vijf jaren en de periode daarna, waardoor ik in staat werd gesteld een uitgesteld rouwproces door te maken […]’ Met behulp van onderzoek slaagde hij erin te reconstrueren wat er in die belangrijke jaren van zijn leven was voorgevallen. Voor zijn gevoel heeft hij zijn familie terug. Verleden en heden vloeien in elkaar over, zoals hij schrijft.

Over de Holocaust is uiteraard al heel veel geschreven, maar de persoonlijke en invoelbare stijl, geplaatst in een historische context, maakt dit boek uniek.
De gedeelten waarin de auteur schrijft wat hij zich zelf herinnert, maken het boek compleet.
Het fotoalbum geeft een doorblik in de jongste jaren van de auteur, zodat ik het gevoel kreeg alsof ik er zelf bij was.

Titel: Annie. Een Joodse weduwe en haar zoon in de greep van bezetting en vervolging.
Auteur: Daniël Otten.
ISBN: 90-5730-836-3.

Annie • Een Joodse weduwe en haar zoon in de greep van bezetting en vervolging, door Daniël Otten

This entry was posted in Bewustzijn, Boeken, crisis, Getuigenis, Kinderen, Levensverhaal, Maatschappij, Marteling, Onderzoek, recensies, Schrijven, Vroegkinderlijke ervaringen and tagged , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.