Waardigheid

ervaringen_Evolutie1Waardigheid. We hebben bijna allemaal met dit thema te maken, al staan de meesten er niet vaak bij stil. (Of juist heel vaak. Sommige mensen voelen zich snel verontwaardigd. Ik behoor ook tot deze groep 😉 ) Het is een kwaliteit waarmee iedereen behept is. Eigen-waarde. Jezelf respecteren om wie je bent en daar naar leven.

Verwar het niet met trots! Trots (ook wel arrogantie en hoogmoedigheid genoemd) heeft te maken met jezelf of iemand anders op een voetstuk plaatsen. Denk maar aan ouders die tegen elkaar opscheppen over de voorlijkheid van hun kind. Hoe snel hun kind kon kruipen, lopen of praten.

Trots is iets van het ego, van de persoonlijkheid. (Het ‘ikje’ dat opgebouwd is uit de opvoeding, cultuur en opgedane ervaringen) Het is tegengesteld aan bescheidenheid, terwijl waardigheid en bescheidenheid heel goed samengaan. Iemand die bescheiden is, is zich bewust van zijn kwaliteiten en waarde als mens. Hij komt daar ook voor uit als de situatie erom vraagt, maar loopt er niet graag mee te koop. Zo iemand vraagt wat hij nodig heeft en heeft ook iets voor anderen over. Zowel complimenten als opbouwende kritiek neemt hij in ontvangst, waardoor het prettig is met zo iemand samen te werken. Hij staat open voor de initiatieven en ideeën van anderen. Bescheidenheid betekent voor mij een realistisch beeld van jezelf hebben. Zowel je successen als mislukkingen zien. Het is mijns inziens een teken dat iemand vertrouwen in zichzelf heeft, hij hoeft zich immers niet steeds te bewijzen.
Aan trots zitten voor-waarden vast. Zo kan ik trots zijn als ik een mooie recensie ontvang voor mijn boek, maar kan ik beschaamd zijn als mijn boek stevig bekritiseerd wordt.

Hoogmoedigheid is ook mij niet vreemd hoor. Het kan dienen om een gebrek aan zelfvertrouwen te overschreeuwen. Zo zag ik als tiener voor me, dat ik een leerlingenbescherming zou oprichten en wel even een einde zou maken aan de misstanden binnen het onderwijs. (Zoals leerkrachten die kinderen intimideren, schoppen, slaan, door elkaar schudden of hen een uitzicht op een mooie toekomst ontnemen).
Nu de realiteit me heeft ingehaald en ik besef hoeveel er moet gebeuren wil de maatschappij veranderen, ben ik al blij als ik voor honderd mensen iets kan betekenen, door middel van lezingen, boeken en artikels.

Waardigheid maakt deel uit van onze essentie, wie we van binnen zijn. Het maakt me niet verwaand, maar juist alert, doelgericht en open van geest. Ik voel me dan vrij om het juiste te doen. Waar trots ons kan verblinden, kan waardigheid helpen om het leven te ervaren zoals het is.
Humor en zelfspot kunnen helpen om zaken te relativeren:
“Ik had altijd grip op mijn leven, toen gleed ik uit.”
“Ik lijd niet onder mijn gebreken, ik geniet er met volle teugen van.”
“Iedereen die generaliseert, ziet het verkeerd, ik dus ook.”

Iemand met weinig geld kan even waardig leven als iemand met veel geld. Veel geld hebben lijkt makkelijker, maar iemand loopt het risico om een gevoel van eigenwaarde te ontlenen aan zijn bankrekening. Mocht iemand zijn vermogen om wat voor reden dan ook kwijtraken, dan voelt het misschien alsof zijn leven instort.

Zolang de basisbehoeften als een dak boven je hoofd, schoon water, gezond eten worden vervuld, kunnen we waardig leven. Denk vooral ook de behoefte aan liefde, oprechte aandacht en waardering voor elkaar. Geen waardering om iemands status, maar om wie iemand is.

Sommigen zijn hun gevoel van eigenwaarde echter geheel of gedeeltelijk kwijtgeraakt. Het is er nog wel (een aangeboren kwaliteit kun je immers niet verliezen), maar ze kunnen het niet meer ervaren of leven.
De meeste mensen kunnen zich wel een vernederend voorval herinneren. Zelf herinner ik me nog genoeg. Bijvoorbeeld al die keren dat ik in het taxibusje moest stappen om naar school te gaan. Dat ik beneden aan de flat moest wachten (busje komt zo) en mensen mij dan als gehandicapt zagen.
(Natuurlijk herinner ik me niet elke keer afzonderlijk dat ik op het busje stond te wachten, maar wel het algehele gevoel van uitzichtloosheid: elke schooldag dezelfde vernedering.) Dat voelt waardeloos. Het werkt zelfs verlammend.

Een kind dat elke dag weer in een buggy wordt vastgebonden, waarbij de opvoeders voorbij gaan aan zijn behoefte om in contact te blijven en om zelf te lopen, voelt zich waarschijnlijk ook vernederd, dus weinig waard. Als het kind huilt of schreeuwt, omdat het gehoord en gezien wil worden, krijgt het vaak nog meer afwijzing of spot over zich heen. Zo zijn er meer alledaagse voorvallen in het leven van een kind, die de levensvreugde en het zelfvertrouwen onderdrukken.

Kinderen die zelf mogen lopen en als mens worden aangesproken (of worden gedragen als ze nog niet kunnen lopen), lijken meestal zelfverzekerder en ook socialer en opgewekter. Ze merken dat ze bij het gezin horen.
Als kinderen hun ouders kunnen aankijken, dan praten ze twee keer zoveel met elkaar.*

Als iemand in het bijzijn van een kind praat over de moeilijkheden die hij ervaart met dit kind, (waar ik triest genoeg meerdere voorbeelden van ken), dan zal dit kind zich niet serieus genomen voelen.
“Mijn kind kijkt me niet aan.”
“Het komt door haar handicap dat ze zich zo gedraagt.”
Stel dat iedereen om u heen over u praat alsof u een geval bent, hoe zou u dan contact maken? Zou u dan niet liever met rust gelaten willen worden? Is het gek dat kinderen opstandig worden?
Als er mét het kind gepraat wordt, bijvoorbeeld: “wat heb je nodig?”, dan voelt het kind zich gehoord. Kinderen hebben behoefte aan ‘leermeesters’ die ingaan op hun vragen en uitgaan van hun behoeften en interesses. (Wat iets anders is dan het kind altijd z’n zin geven).
Als kinderen een grens overgaan, dan kunnen we hen daar op aanspreken en het gedrag een halt toeroepen. Lijken onze opvoedkundige vaardigheden niet te baten, dan kunnen we beter bij onszelf te rade gaan, in plaats van ons beklag doen bij deskundigen.

Als ik me herinner hoe ik waardig kan leven, dan stroomt de energie en heb ik zin in het leven. Ik voel me krachtig en doe wat er gedaan moet worden. Van elke beweging geniet ik. Zelfs boodschappen doen kan een avontuur zijn.
Waardigheid betekent voor mij ook: Doen waarvoor ik bedoeld ben. Of dit nu via een betaalde baan is, vrijwilligerswerk of op eigen houtje.

Als ik me waardig voel, dan loop ik rechtop en zelfverzekerd. Taken gaan me vrijwel moeiteloos af.
Als ik me onwaardig of vernederd voel, dan werkt dat verlammend. Dan krijg ik een slome tred en ben ik een makkelijk slachtoffer voor spot en pesterijtjes, waar ik niet goed op kan reageren.
Ik ga dan op slot.
Vernedering is voor mij als een duiveltje dat over mijn schouder meekijkt en pesterig de aandacht vestigt op mijn beperkingen en missers. Ha, ha!
Voel ik mij waardevol, dan kan ik rustig maar ferm mijn grenzen aangeven. Ook kan ik beter relativeren en het probleem bij de ander laten.

De opvoeding heeft velen van ons geleerd om onze eigenwaarde te meten aan onze prestaties of aan spullen. Het kind mag er alleen zijn onder bepaalde voorwaarden. Wat een enge wereld!
Waarom gaan velen over de zeik als iets hen niet lukt, of als een apparaat kapot gaat?

Kinderen die anders denken dan wat hoort volgens de heersende opvattingen, mogen worden gepest en buitengesloten. Dat zeggen volwassenen niet letterlijk, maar daar komt het toch op neer.
Zo zijn auti-weigerscholen inmiddels een bekend fenomeen. Scholen die leerlingen met autisme weigeren, zelfs al voldoen ze aan de toelatingseisen. Zelf kon ik ook sinds ik mijn diagnose autisme had gekregen, op geen school meer terecht. Alle aanvragen werden afgewezen, meestal vanwege de mening van een pedagoge.
En dan vraagt men zich af waarom kinderen zo wreed kunnen zijn naar elkaar en iemand die net even anders is, uit de groep weren. Van wie leren ze dat?

Hoe kom je daar als kind overheen, als je nergens echt welkom bent. Mensen praten tegenwoordig zo makkelijk over ‘jezelf zijn’. Maar wat als je gepest, gespot of zelfs verstoten wordt, omdat je bent zoals je bent?
Als volwassene had ik de mogelijkheid om contact te leggen met gelijkgestemden.
Nog steeds wil ik graag een opleiding volgen en een baan vinden die bij me past en waarmee ik iets kan betekenen voor anderen. Van mezelf ben ik enthousiast en leergierig. Maar ik ben ook voorzichtig geworden. Hoe weet ik of ik op een waardige manier kan studeren of werken en niet weer gekleineerd of gestigmatiseerd word?

Ik ben niet negatief over de participatiewet in de zin dat mensen naar eigen kunnen bijdragen aan de maatschappij en er zoveel mogelijk mensen aan een baan geholpen worden.
Een baan die bij je past en waar je je talent kunt inzetten, daar ga je (als het goed is) met plezier naar toe. Het maakt je creatief. Een plek met een fijne sfeer, waar collega’s samenwerken in plaats van elkaar de loef afsteken. Een baan met genoeg uitdaging. Niet teveel en niet te weinig.
Waar ik me wel druk om maak, is het beleid waarbij veel mensen ‘met behoud van hun uitkering’ 32 uur per week geestdodend werk moeten doen, zonder uitzicht op een baan die beter bij hen past. Dat is vernederend en zet juist een slot op je mogelijkheden.

Waarheid en waardigheid liggen voor mij dicht bij elkaar. Ik besef dat ik de waarheid niet in pacht heb, maar dan kan waarheidsvinding nog wel een doel zijn. Aannames en overtuigingen onderzoeken. Trouw zijn aan mezelf en mijn innerlijk weten, maar ook openstaan voor andere inzichten.

Waardigheid maakt me sterker. Als ik me kan herinneren wie ik ben (los van alle oordelen, rollen en overtuigingen die me zijn aangeleerd), dan kan ik zo mijn essentie in springen. Deze innerlijke kracht voelen, werkt bevrijdend en helend. Het voelt vanzelfsprekend.
Ik kan het iedereen aanraden 😉

Sarah Morton

www.startfoundation.nl/autisme

www.facebook.com/AutiWeigerscholen

www.ebbinge.nl/het-lonend-bescheiden-te-blijven

*www.hln.be/hln/nl/38/Familie/article/detail/497584/2008/11/21/Buggy-veroorzaakt-trauma-bij-veel-baby-s.dhtml

This entry was posted in Andersdenkenden, Bewustzijn, crisis, Gezondheid, Kinderen, Maatschappij, Moderne opvoeding, Natuur, Persoonlijke ontwikkeling and tagged , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.